120 komen) gemotiveerd, ook omdat het voor een gehuwd man zoo onaangenaam moet wezen, geconsigneerd te zijn. Ook wij vinden het zeer verdrietig, dat Paatje, wil hij om bestwil niet jokken, aan zijn kinderen eigenlijk zoude hebben te antwoorden, dat hij straf van den meester beloopen heeft en daarom niet uit mag. Doch dan moet Paatje er slechts te ernstiger voor zorg dragen, dat hij van den meester geene straf behoeft te krijgen. Verkeert echter een gehuwd onderofficier (wiens ouderhart er. precies hetzelfde uitziet als dat van den officier) in een ander geval en zoude men dus voor alle gehuwden de straffen van arrest moeten afschaffen Volmaakt eens zijn wij het met de stelling, dat de straffen voor officieren (V. VI. zegt, zoolang ze nog zullen blijven bestaan) met de meeste bedachtzaamheid, nimmer uit wrok, wrevel of parti-pris, en met de meeste rechtvaardigheid, (nooit zonder den schuldige in al zijne middelen van verdediging gehoord te hebben) moeten wor den opgelegd; zoodat het onmogelijk is, dat een opgelegde straf door den i ech ter als onrechtvaardig en lichtvaardig opgelegd moet worden veroordeeldj en wijders, dat men, teu einde raad met vermaningen en berispingen, dan moet toedienen geene speldeprikken van 2 of 4 dagen eenvoudig arrest, doch ongenadige hamerslagen (b. v. 14 da gen gewoon, of 8 dagen streng arrest). „Aux grands maux, les grands remèdes." Volkomen juist! en daar om verdient de vraag wellicht overweging, of het niet goed zoude zijn het „gewoon arrest at te schaffen en alleen hot „streng" arrest te behouden; een zoodanig eonsignement, dat den officier niet van dien sten vrijstelt, doch hem wel van het gezellig verkeer met zijne kame raden afsluit. Meteen kwamen dan de verstrooiende quadrillepartijtjes te verval len, die ten huize van den met „gewoon" arrest gestraften officier plegen gehouden te worden. Bij zoodanig stelsel van straffen zou de zwaarte der correctie alleen gevonden moeten worden in de hoeveelheid dagen van eonsignement, waarvan een maximum van 2 maanden, gelijk thans de voorschriften luiden, ons voldoende voorkomt. Heeft namelijk een officier in betrekkelijk korten tijd, na een goede

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 131