m
Er zijn zooveel punten van overeenkomst tussehen den oorlog,
welken wij in Atjeh voeren, en de gewapende interventie van
Frankrijk in Tunis, dat eene vergelijkende beschouwing van deze
beide krijgstoestanden, meer dan men wel vermoeden zou, voor de
Indische officieren van nut kan zijn.
De vraag toch, waarom de Atjeh-oorlog zoolang duurt, is reeds
zoo menigmaal gedaan, en een onvoldoend antwoord op die vraag
zoo dikwijls gegeven, dat elke proeve, welke kan bijdragen tot de
oplossing van het daarmede samenhangend vraagstuk: wat moet er-
gedaan worden, om een einde te maken aan een krijg, welke reeds
zoo vele offers eischte, aanmoediging verdient.
Daarom heeft de Redactie van het Indisch Militair Tijdschrift
ons een plaatsje toegezegd voor de onderstaande beschouwingen,
welke geschreven zijn naar aanleiding van het gebeurde in Tunis
in de jaren 1881 en '82.
Het trok namelijk onze aandacht, dat, hoewel met niet minder
moeilijkheden te kampen hebbende, de Tunesische veldtocht in
ongeveer één jaar afliep en de pacificatie van het land reeds belang
rijke vorderingen heeft gemaakt.
De studie van deze en dergelijke krijgsverrichtingen levert voor
den Indisch en officier een veel grooter practisch nut op dan dre
van de Euro pee scire oorlogen, welke zoo licht tot verkeerde toepas
singen -voert.
De motieven tot den Tunesischen krijgstocht zijn volkomen van
gelijken aard als die, welke aanleiding gaven tot den Atj eh-oorlog.
Zij worden hoofdzakelijk gevonden in de onweerstaanbare kracht,
welke elke koloniale mogendheid, ondanks een tegenovergesteld ver
langen, tot oorlog met aangrenzende stammen drijft.
De lankmoedigheid en het geduld van Nederland tegenover
de tartende houding van den Atjelrschen Staat, van Frankrijk