139 zoo zonderling af bij de langzaamheid, waarmede men in ons land dienaangaande te werk gaat, dat wij met een gerust geweten nogmaals nederschrijven, dat Nederland ongelukkig tot die landen behoort, waar dit vraagstuk niet ernstig onderzocht wordt. De opmerking van den Heer J., dat deTurken binnen Plewna slechts een zeer gering getal W i n ch e ster-geweren hadden, is juist dit aantal werd echter aangevuld door Ni'in chest er-karabijnen. Osman Pacha had namelijk de ongeregelde ruiterij laten ont wapenen en de daardoor verkregen repeteer-karabijnen aan de In fanterie gegeven, zoodat laatstgenoemde deels twee wapenen had: het W i n c h e s t e r-systeem voor het gevecht van nabij en het Martini-geweer voor het vuren op groote afstanden. Deze twee stelsels vulden elkander uitstekend aan. Zoodra de Russen op 100 M. afstand van de veldwerken gekomen waren, legden de Turken hun gloeiend heet Martin i-geweer ter zijde en grepen naar het repe- teerwapen. Nu ontwikkelden de Osmanen een zoo hevig vuur, dat, na het verschieten der magazijnslading, de aanval der Rus sen meest verlamd was. (1). Vóór en tijdens den oorlog van 1877-'78 had het Turksche Leger 45000 geweren en 5000 karabijnen van het Henry-Win ches ter stelsel in gebruik. Op den 5en Juli 1881 werd in de Vereenig de Staten van Noord-Amerika, eene commissie van zes officieren gevormd, om het vraagstuk der repeteer-geweren te onderzoeken. Deze commis sie bracht den 5en September dienaangaande haar eindverslag uit, nadat zij bijna onafgebroken gedurende genoemd tijdsverloop had zit ting gehouden. Veertig stelsels van repeteer-geweren, meest alle van Amerikaansche vinding, werden door haar onderzocht. Onder deze stelsels zijn er echter verscheidene, die een zelfden ontwerper hebben, namelijk zeven verschillende repeteer-geweren Boch, zes Reming- on-Keene, vier Hotchkiss, twee Chassee-Reece, drie, tLee, drie Trabue, twee Russell, twee Marlin, vier Dean drie Spencer-Lee, twee Burton. Verder één geweer Spring field-Jones, en één Ru s s ell -Li v e r mo re. Het slot van dit rapport luidt, dat het geweer-Lee No. 36, het (1) Zie Die Repetir- Gewehreblz. 43.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 150