163
van de wijze, waarop de zaak in quaestie is getarifieerd.
De voedingsleer toch schrijft ondubbelzinnig voor, dat een ration,
hetwelk in vredestijd even voldoende mag worden geheeten, onvol
doende wordt zoodra de soldaat te velde is.
De aanhoudende vermoeienissen, groote marschen, weersinvloeden
en gevechten, dit alles maakt de eischen grooter, welke in oorlogs
tijd aan een voedingssysteem van legers behooren gesteld te worden.
Moge geestdrift, wilskracht, ook al tijdelijk prédomineerend werken
op de normale, oeconomische eischen van den militair, ten laatste
herneemt de natuur hare rechten en blijkt dan eerst hoe de minder-
goed gevoede troep een aanmerkelijk grooter percent zieken en
achterblijvers gaat tellen dan ouder gunstiger voorwaarden het geval
zoude zijn geweest.
Daarbij komt dan nog, dat de minder-goed gevoede soldaat een
geruimeren tijd tot genezing zijner kwalen behoeft en in het gun
stigste geval de ambulance genezen verlaat, in die mate evenwel dat
hij voor den geheelen duur der expeditie niet meer die energieke
soldaat van vroeger wordt.
Een krachtig middel dan ook om ziekten tegen te gaan, bestaat
naar het oordeel van iederen deskundige in eene alleszins goed-gere-
gelde, smakelijke en genoegzaam-ruime voeding.
Het organisme van den mensch, te vergelijken bij een stoom
werktuig, heeft eene zekere hoeveelheid stik- en koolstof noodig, die
verbonden aanwezig is in iedere voedingsstof, welke de maag opneemt.
In oorlogstijd moet evenwel de voeding, vooral in stikstofhoudende
spijzen worden opgevoerd, in vleesch b. v., dat het best en het
gemakkelijkst weerstand biedt aan de door vele vermoeienissen ver
oorzaakte buitengewone organische slijtage.
De eischen, welke men zich deswege stelt, zijn, blijkens onze hiervoren
vermelde opgave betreffende de hoegrootheid van het ration vleesch,
niet in alle legers dezelfde.
In het Fransche leger wordt de benoodigde dagelijksche hoeveelheid
stikstof slechts op 22 gram gesteld, terwijl bij de Duitschers en
Russen zelfs 25 gram nog onvoldoende wordt geacht.
Gedurende den in 1873 gevoerden Khiwaschen veldtocht ont
vingen de Russische soldaten dan ook niet minder dan 820 gram