OVERZEESCHE SPROKKELINGEN. DOOR EEN VERLOFGANGER. Nog eens: garnizoensvoedingscommissiën. In nummer 4 van den veertienden jaargang (blz. 463) reageert V. op eene onzer vorige Sprokkelingen, welke over garnizoensvoedingscommissiën han delt, en vermeent hij dat zulke commissiën, gelijk die bij het Nederlandsche Leger geconstitueerd zijn, in Indië geen reden van bestaan zouden hebben. Ook als bewijs, hoezeer de Sprokkelaar er prijs op stelt, dat men zijne aanteekeningen leze en de daartegen te opperen bedenkingen niet achterwege late, haast hij zich, aan V. nadere toelichting te verschaffen. V. vergist zich, als hij meent, dat de garnizoensvoedingscommissiën bij het Nederlandsche Leger uitsluitend werkzaam zijn, om door middel van aanbestedingen als anderszins de meeste zuinigheid te doen betrachten in het belang der schatkist. Zooals ik reeds vroeger mededeelde, heeft zoodanige commissie tot taak alles aan te wendenter navolging aan te bevelen of te gelastenwat naar hare meening in het belang der menages is. Heeft dus zulk eene commissie, om het zoo eens uit te drukken, ter eenre een mandaat van het Ministerie van Oorlog, om zuinig te zijn, ter andere zijde heeft zij er een van de soldaten zeiven, om deze binnen de financieele grenzen zoo goed mogelijk te doen voeden. "Wat eene voedingscommissie bij het Nederlandsche Leger al zoo ver richt, is met een paar woorden niet te zeggen. Zij keurt b. v. dagelijks het te slachten vee, regelt de uitgaven vallende on het aanschaffen en onderhouden van keukengereedschap, houdt in groote trekken toezicht op de bereidingswijze van het eten, regelt den verkoop van spoeling, beenderen en aardappelschillen, beoordeelt in hoeverre de voeding door bijspijs smakelijker is te maken, controleert het nakomen der gesloten contracten met leveranciers, bepaalt het menu van de week of de maand, enz, enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 182