176 van het wapen gecompliceerd, terwijl het aanwezig zijn van twee, voor zware ladingen vervaardigde loopen hot zwaar en lastig te behandelen maakt, waardoor het voor militair gebruik, zoowel te paard als te voet, tamelijk ongeschikt wordt. Naar hetzelfde systeem is door den uitvinder ook een karabijn ontworpen, die echter geen succes heeft. Y. In het Bataviausch Handelsblad van 31 Augustus 1870, dus vóór dat het Indische Leger met achterlaadgeweren was bewapend, werd door den kapitein Niclou een opstel geplaatst, getiteld: „Achterladers kartets patroon", waarin werd gewezen op de mogelijkheid om het zóó ver te brengen, dat met ieder schot werd voortgedreven een aantal projectielen, gelijkstaande met dat, 't welk de vijand - (het bericht van het uitbreken van den Franscli-Duitschen oorlog was toen juist te Batavia ontvangen) door zijne snellere wijze van vuren, in den tijd, dien wij noodig hadden tot schieten en herladen, zou kunnen afzenden. De Heer N. wees daartoe op 'hetgeen voorkomt in de Handleiding tot de hennis der getrokken geweren, in 1865 uitgegeven door de commissie van de Normaal Schietschool te 's Gravenhage. -Op bladz. 321, 322 en 323 van dat werk vindt men n. 1. de beschrijving van eene door Yo n Plönnies voor het Oostenrijksche geweer (model 1855) ontworpene kartetspatroon. Het daartoe behoorend projectiel is samengesteld uit vier gelijke en op. elkander geplaatste stukken, waarvan de uitwendige gedaante, zooals uit de bij de beschrijving behoorende figuur blijkt, zoodanig is, dat elk der gedeelten, waaruit het geheel bestaat, ter verkrijging van eene regelmatige spreiding door het volgen van de trekken de vereischte rotatie aanneemt. Aan het slot van zijn opstel deelde de Heer Niclou nog mede, dat hij-vermeende, dat in Indië reeds proeven althans op kleine schaal waren genomen met een projectiel als het bedoelde. Althans in het voorjaar van 1860 vertoonde de toenmalige Directeur van de geweermakers- school te Meester- Cornells, de latere kapitein O 1 r i k, hem een naar den aard van ons geweer gewijzigd, maar naar de denkbeelden van Yon Plönnies vervaardigd projectiel, zoomede eenige schijven, aantoonende de uitwerking van de met dat projectiel gedane schoten, op denkelijk niet verder dan 200 passen. De uitkomsten schenen zeer voldoende. Dat projectiel werd echter toen niet ingevoerd. Misschien zegt de Heer N. verder zal daartoe hebben bijgedragen, dat te dier tijde het voordeel van het in de vijandelijke gelederen brengen van een groot aantal pro jectielen nog niet, zooals in onzen tijd van achterladers, repeteergeweren en mitrailleuses, werd ingezien. R.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 187