182
De klacht is werd van andere zijde beweerd zoo oud als het leger;
de civiele ambtenaren hebben insgelijks redenen tot klagen over de karig
heid van het Gouvernement; waarom zou men aan de militaire officieren
verhooging toekennen en den civielen de'traktementen doen behouden, die
reeds vele jaren geleden werden vastgesteldenz., enz.; enz.
Het is ons^ doel niet, thans in beschouwingen te treden over hetgeen
vóór en tegen is aangevoerd. Alleen veroorlooven we ons de opmerking,
dat bijna iedere vergelijking tusschen de traktementen van civiele en
militaire Landsdienaren mank moet gaan, wijl de toestanden, waarin
beide categorieën zijn geplaatst, te veel uiteenloopen wijl er slechts enkele
punten van overeenkomst, doch daarentegen vele punten van verschil
bestaan.
Wjj willen grif toestemmen, dat de traktementen van de civiele amb
tenaren vooral van die der lagere rangen te klein zijn. Doch het ge
zag in Indië blijft steunen op de punt van de bajonet; en ook daarom is
o. i. in de eerste plaats noodig verhooging van de traktementen van
die categorie van Landsdienaren, welke zorgt, dat de andere categorie niet
overbodig wordt. Niet alleen dit; neen, ze zorgt ook, dat de andere
categorie promotie maakt. Uitbreiding van grondgebied toch heeft voor
alsnog in Indië niets anders ten gevolge gehad dan uitbreiding van het
kader ambtenaren van den burgerlijken dienst. Alle vertoogen om de
formatie van het Indische Leger met eenige bataljons te vermeerderen,
zijn daarentegen tot dusverre afgestuit op onwil. Zeer terecht werd
nog onlangs door Victor gewezen op de vermoedelijke gevolgen van
dergelijke politiek Wij bevelen de lezing van dat stuk ten zeerste
aan. Het getuigt o. a. van warme vaderlandsliefde; van innige belang
stelling in het algemeen welzijn.
Maar. we dwaalden af.
Ziehier dan de bijdrage tot de kennis van de bezoldiging onzer In
fanterie^^ luitenants.
Vóór 1873 bedroeg het traktement van een tweeden
luitenant155,00.
Op sommige afgelegen plaatsen en buitenposten, waar de
eerste levensbehoeften, schoeisel en kleeding vaak slechts tegen
exhorbitante prijzen te verkrijgen en de bediendenloonen
uitermate hoog waren, in ivelke toestanden sedert geen
„Gevaarlijke Wanverhouding"; zie Bataviaaseh Handelsblad van 24 Juli 1883,
No. 171.