183 verandering ten goede gekomen is was echter een vivres- geld toegestaan van f 0,50, dan wel 1,00 per dag; zoodat de officier op die plaatsen, waar hij in den regel eigen menage moest houden, in werkelijkheid toucheerde: aan traktementf 155,00 aan vivresgelden f 30,00 Totaal f 185,00 zeggeeen honderd vijf en tachtig gulden. Hierbij kwam nog het groote voordeel, dat men toen maals allerlei vivres uit 's Lands magazijnen tegen billijke prijzen kon ontvangen. Bij de, na hevige debatten en tal van deliberatiën, met het oog op de ontoereikende betaling goedgunstig toegestane verhooging van respectivelijk 7,50, zegge: zeven gulden vijftig cents voor de jongere helft, en 15,00 voor de oudere helft der 2de luitenants, waarbij echter op vele plaat sen het vivresgeld verviel en dit op andere van f 1,00 tot f 0,50 gereduceerd werd, konden de inkomsten van een 2den luitenant toch nog altijd bedragen aan traktementf 155,00 verhoogingf 15,00 vivresgeldenf 15,00 Totaal f 185,00. Blijkens de Algemeene Order 1876, N°. 36, toen wederom met het oog op den klimmenden prijs der levensbehoeften door de Hooge Regeering een verhooging werd toegestaan aan de jongere helft der 2de luitenants waarbij echter tevens alle vivresgelden wegvielen bedroeg het traktement voor allenf 170,00 zeggeeen honderd en zeventig gulden. Ten einde de subalterne officieren in hunne, uit een finan cieel oogpunt zeer benarde positie bij te staan en hun lot te "Want de zoo hoog opgehemelde „aanmoediging der particuliere nijverheid" komt eigenlijk slechts daarop neer, dat zij sommige particulieren in staat stelt, hunne bouw vallige krotjes a raison van de den officier competeerende indemniteit te verhuren, (wil hij niet op straat bivouacqueeren) dan wel aan sommige tokohouders de gelegen heid verschaft, de boter voor f 18, de ryst voor f 14, petroleum voor f 10, schoenen voor f 14 enz. enz., alles naar rato, aan de H. H. Officieren van de hand te zetten. Op sommige buitenposten zijn de prijzen zelfs nog veel hooger. Vraag dit maar eens aan hen, die in het Palembangsche en in de Westerafdeeling van Borneo zijn geweest.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 194