184 verbeteren, werden zij, nadat allerlei hoogst doelmatige, soms zelfs door kostbare zuinigheidscommissiën uitgevonden be zuinigingen op het personeel waren toegepast ook in 's Lands belasting aangeslagenwelke belasting voor den of ficier in den regel berekend wordt volgens de huishuur en dus meestal voor den 2den luitenant bedraagt: 5°/0 van de huishuur of van de 12 X f 50 f 600.. f 30, 2 '/a °/0 van het meubilair of van de 1'/2 X f 600 f 900. 18, Of per jaar totaalf 48, Het verhoogde traktement bedraagtv 170,00 Hiervan gaat af aan belasting per maand4,00 Rest166,00. Hierbij komt dat de contributie aan het weduwen- en weezenfonds thans 4°/0, juist het dubbele van vroeger jaren bedraagt, zoodat, in stede van f 3,40, f 6,80 betaald moet worden; dus meer dan vroegerf 3,40 Het werkelijke traktement, dat de luitenant ontvangt, be draagt dus na alle verhoogingenf 162,60 Op de meeste buitenposten wordt verder voor de gemeen telijke straatverlichting vrijwillig gecontribueerd en wel per maand-£ 1,00 Restf 161,60. Een dei' gewichtigste bezuinigingen was het ontnemen van het 2de Europeesche ration aan den luitenant, die thans 1 Europeesch ration voor zich en 1 Inlandsch ration voor zijn bediende ontvangt, hoewel het toch van algemeene bekendheid is, dat, aangezien het Gouvernement zich te velde ten opzichte van de officieren, door het nolens volens uitkeeren der koeliegelden, van de lastige transportquaestie afmaakt, de officier bij het uitrukken vaak genoodzaakt is er twee jongens op na te houden, en het feit dat de officier in vredestijd voorzeker aan moer dierlijk voedsel gewend is dan het brokje vleesch, waarmee onze soldaten het stellen moeten, niet te loochenen valt. Voegt men hierbij de omstandigheid, dat men den officier te velde, vaak door de onmogelijkheid zich iets anders te verschaffen, op dit ration heeft gewezen, dan is commentaar overbodig. Onzes inziens kan er echter nog menige halve lepel bezuinigde luitenants-boter vroeger was het een heele lepel in het vaatje gedaan worden, eer de onkosten der bezuinigingscommissie er uitgeklopt zijn. Ook zoude gesteld dat een onzer officieren de spreuk „il faut laver son linge en familie" vergat een artikeltje over al die bezuinigingen in de Duitsche, Fransche en Engelsche militaire organen zeker niet veel tot den roem van het Nederlandsche volk en zijn vertegenwoordigers bijdragen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 195