189 van de hanteering van het wapen (de fout door het afkomen enz.); op blz. 24de verheffingshoeken bij de draagbare vuurwapenen op blz. 35 en 36: de bepaling van de trefkans bij de draagbare vuur wapenen op blz. 49de Chronograaf van L e Boulengé, zooals die voor deze wapenen wordt aangewend. In Hoofdstuk F (E is aan de bediening van het gesehut gewijd) be handelt 4 betreifende de wijze van vuren der Infanterie successivelijk de waarneming der schotenhet schatten van den afstand de houding van den schutter; het mikpunt; inschieten met geweren; het vuren met twee of drie vizieren op niet bewegende en bewegende doelen; het indirect vuren en het geweervuur bij nacht. In Hoofdstuk G zijn in 6 (uitwerking van de draagbare vuurwapenen) vergelijkende gegevens in tabellarischen vorm bijeengebracht betreffende gewicht van het wapen, kaliber, ladingsquotiënt, trefkans, bestreken ruimte, die de gelegenheid aanbieden, om onze Ned erl a n d s oh e en Neder- landsch-Indische geweren, karabijnen en revolvers te toetsen aan de buitenlandsche vuurwapenen van de nieuwste constructies, onder welke laatste ook repeteergeweren en karabijnen voorkomen. .De bovenstaande, vrij uitvoerige, inhoudsopsomming hebben wij noodig geacht, om den Infanterieofficieren, wie deze aankondiging onder de oogen mocht komen, opmerkzaam te maken, dat, mogen ook andere werken over hun eigen wapen bestaan, niettemin het, volgens het titelblad voor Artille risten geschreven werk van den kapitein Seyffardt pok in hunne bibliotheek zeer op zijne plaats zal zijn. "Wij hopen hun de overtuiging te hebben kunnen schenken, dat zij in dat boek, behalve eene grondige uiteenzetting van de theorie van het schot, op dat gebied nog verschei dene inovatiën zullen aantreffen, in handleidingen van ouder dagteekening niet te vinden. En zal niet de Infanterieofficier, die zich toelegt op het verkrijgen van algemeene krijgskundige kennis, in dit werk betreffende uitwerking van het geschut tal van ook voor hem wetenswaardige zaken vinden, al is het zich ver diepen in de meer ingewikkelde theoretische gedeelten niet van zijne gading De le druk van dezen cursus over de schietkunst van den kapitein Seyf fardt zal ook bij de Indische Artillerieofficieren zijn weg wel gevonden hebben; dit behoort hij ten minste te hebben gedaan. Dat die uitgave, voor zooveel betreft de reeds genoemde hoofdstukken A, B, C en D, niet veel van deze tweede verschilt, volgt uit den aard der behandelde zaken: dit onderdeel der artilleriewetenschap kan natuurlijk in één lustrum

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 200