199 bestookt geworden. Welke patrouillecommaudant zal b. v. in colonne marcheeren op een zeer breeden weg, die aan weerszijden aan bedekt terrein grenst? De marsch in colonne komt ons alleen aanbevelenswaardig voor in de onmiddellijke nabijheid van den vijand, van wien men bovendien weet, dat hij alleen in het front te verwachten is. In alle andere gevallen bewege men zich uit de flank met verdubbelde rotten of zelfs op slechts twee gelederen, wanneer men gevaar loopt op beide flanken bestookt te worden. Dan toch zal men zonder verwarring halt en naar beide zijden front weten te maken. Is de vijand niet in de onmiddellijke nabijheid en op de flanken, dan houde men zich aan het uit de flank marcheeren op vier gelederen. In 53 wordt het geval voorzien, dat eene colonne van meer dan eene brigade zal moete n rusteneen overtollige volzin, naar het ons voorkomt, in een Indisch velddienstreglement. Dat de rusten per brigade moeten worden gehouden en de achterste brigade, alvorens halt te houden, op de voorste zal opsluiten, doet onwillekeurig denken aan „bombast" tegenover oningewijden, die niet weten, dat het Indische Leger er geen colonnes van eenige brigaden op nahoudt. In het Hoofdstuk, handelende over „Marschdiscipline en gezond heidsmaatregelen" 57 en volgende) hadden wij gaarne gezien een voorschrift betreffende hetgeen een soldaat te velde mede mag nemen en mede moet nemen. Allicht vervalt ten deze de Indische soldaat in buitensporigheden, hetzij dat hij te weinig medeneemt voor zijne behoefte aan verwisseling van ondergoed, dan wel uit conservatisme dingen met zich voert, die hjj op marsch ten leste wegwerpt, omdat hij ze niet volstrekt van noode heeft en het mededragen van zulke voorwerpen hem op den duur vervelen en vermoeien gaat. Ook had hier vermelding verdiend, waar ergens de officiersbedien den moeten blijven. Wil men 41) aangenomen hebben, dat deze bij den trein moeten marcheeren, dan antwoorden wij, dat in de practijk daarvan niets blijkt. Officiersbedienden zijn in den regel de „rampassers" bij uitnemendheid, die zich boven de wet verheven achten en vrij wel doen, wat zij in hun rampas-manie verkiezen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 210