209 Op de Indische wijze open bivouaceerende, zal er bij nachtelijk alarm niet zoo lichtelijk verwarring ontstaan en kan ieder soldaat alsnu veel spoediger zijn geweer grijpen. In Atjeh bivouaceerden wij eenige malen aldus: 1° Compagnie. Officieren. 4e Compagnie. Iedere compagnie was in 3 deelen verdeeld, omdat er ook 3 luite nants waren. Terwijl nu van 6—10 uur des avonds het voorste gelid van iedere compagnie op wacht trok [met zijn eigen luitenant], deed van 10—2 uur het tweede gelid en van 2—6 uur het achterste gelid de wacht. De kapiteins kwamen beurtelings gedurende 4 uren op piket. Het carré bestond dus uit 4 zijden van „aan rotten" gestelde geweren en daarachter lagen, per zijde, -f deel van het aantal manschappen van iedere compagnie. Het overige '3- deel was op wacht en nam den veiligheidsdienst waar vóór iedere zijde van het carré, waar de eigen compagnie lag. Des nachts had men dus den navolgenden bivouacvorm: 14 to CO

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 220