221
derd van de vóór hen marcheerende doorzoekingspatrouilles, terwijl
(daarnaast in de figuur), wanneer de veldwacht 2 maal sterker is, 23 man
als hoofdtroep slechts 100 pas van den voortroep Verwijderd mar-
cheereu.
Zulke graphische voorbeelden zijn niet oordeelkundig gekozen.
En hiermede loopt onze doorbladering ten einde van het voorloopige
Indische Reglement op den Velddienst.
Wij zullen dit opstel besluiten met eenige algemeene beschou
wingen, met het weergeven van den totaalindruk als het ware, welke
dat Reglement op ons heeft achtergelaten.
Vooraf zij de erkenning afgelegd, dat het veel gemakkelijker is,
een nieuw reglement te beoordeelen, dan het te maken.
La critique est aisêemais V art est difficile. Zoo ook hier. Maar
bovendien is het ons ten eenenmale onbekend, of het ontbrekende
dan wel het minder juiste wel aan de Commissie te wijten is, die
indertijd met de samenstelling van het Reglement is beiast. Van
vrij algemeene bekendheid toch is het, dat het werk van die Com
missie nog een paar malen op den lessenaar van een der officie
ren van den Generalen Staf is onderhanden genomen. Het is
dus best mogelijk, dat de Commissie een gansch ander werk ingediend
heeft dan dat, hetwelk thans in druk verschenen is.
Wij releveeren een en ander, opdat men ons niet verdenken zal
van iets te hebben willen zeggen tegen de Commissie en opdat een
ander, mogelijkerwijze niet bekend met het historisch scheppingsproces
van het nieuwe voorschrift, niet onverdiend aan de Commissie enkele
tekortkomsten van den gele verden arbeid zoude wijten.
In abstracto doet het er dan ook volstrekt niet toe, wie hier de
officieren in quaestie zijn, want wij beoordeelen in dit opstel geen
personen, maar het Voorloopig Reglement.
Het gaat o. i. niet aan den eisch te stellen, dat het Indische
Leger twee reglementen op den velddienst bezitte met betrekking tot
den Inlandschen en tot den buitenlandschen vijand, met wien het
kans heeft oorlog te moeten voeren.
De gevechtsleer b. v. bestaat uit een tal van krijgskunstige waar-