226 voren te overleggeu met den commandant van het schip of diens gedele geerde, waar de wapens zullen opgeborgen worden en zal daarna de troe pencommandant met zijne compagniescommandanten (onderstel dat er een bataljon geëmbarqueerd is) het logies inspecteeren, om vervolgens over te gaan tot eene ordelijke regeling van het opbergen van wapens. Daarna geeft de compagniescommandant, die thans weet, waar zijn geweren voorloopig zullen blijven, de noodige orders aan de luitenants en bet minder kader, om op de meest oordeelkundige wijze die wapens in het ruim te plaatsen. Bij dezen dienst zullen steeds alle officieren der compagnie en de sectiecommandanten moeten tegenwoordig zijn, opdat niet alleen gewaakt worde tegen degradatie van de wapens, doch tevens ieder officier en onderofficier niet onkundig zij, waar hij de geweren van zijn eigen manschappen zal kunnen terugvinden. Met dat al is het een weldaad voor het Indische Leger, dat eindelijk een voorloopig velddienstreglement in het licht verschenen is. zij het ook met enkele tekortkomsten. Geen enkel werk is volmaakt. Het velddienstreglement maakt daarop geene uitzondering. Met de verschijning van dat werk is inhisschen een groote stap in de goede richting gedaan. 1-Iet officierskorps heeft in de laatste jaren eene oefenschool te velde doorloopen, die tal van mannen moet hebben voortgebracht, geschikt om bijdragen te leveren ter volmaking van het „proef-\oor schrift". Het kan niet anders dan goed zijn, dat de officieren zich deswege doen hooren, opdat van hun juiste opmerkingen worde partij getrokken. Wij hebben een goed velddieustreglement hard noodig, en het heeft reeds te lang geduurd, dat, zij het ook slechts enkele, Indi sche officieren'de theorie verkondigen, dat I n di sche velddienst en tactiek in eeu twintigtal teksten volledig saam te vatten zijn. Heeft Toontje Poland zich uitstekend wel bevonden bij zijn tactischen leercursus, die alleen voorschreef: „goed schieten en niet „bang zijn", die tijd van militair wetenschappelijke eenvoud voor het Indische officierskorps is voorbij. Een Kapitein dek Infanterie, gedeta cheerd bij het Nederlandsche Leger. Nederland10 Juni 1883.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 237