228 Het tweegevecht in Tunis kan liet best vergeleken worden met dat van een sterk gespierden en zwaar gewapenden politieagent tegen over een moedigen straatbengel, waarbij de krachtige arm van den agent reeds voldoende was, om den tegenstander tot de orde te brengen, zonder dat het gebruik van wapens noodig was. Ook de Atjeh-oorlog is een tweegevecht, doch van geheel anderen aard. Hier is het een goed gewapend krijgsman tegenover een krachtig natuurmensch. De soldaat staat kla.ar, om met zijn juist heidswapen het beslissend schot te doen. Maar op hetzelfde oogenblik komt er een derde persoon op het tooneel, gekleed in burgergewaad, en houdt den soldaat in zijn voornemen tegen. De tegenstander, door dit fortuintje overmoedig geworden, slaat er flink met de klewang op los en de soldaat heeft alle aandacht noodig om te pareeren. En telkens als hij schieten wil, om een einde aan de zaak te maken, komt de burger om het te beletten. Het is een duel zonder einde. Het duurt nu reeds meer dan tien jaren. „Die lahm geführten Kriege von langer Dauer sind es, welche die gröszten materiellen Yerluste und sittlichen Schaden im Gefolge hnben," zegt overste BI urne in zijn zeer lezenswaardig werk over de strategie [Berlin, 1882]. En dit is volkomen van toepassing op den Atjeh-oorlog. Bij de expeditie in Tunis heeft men den belemmerenden invloed van een geïmproviseerd civiel bestuur gelukkig niet gehad. Men heeft daar geheel volgens de regels der strategie den oorlog kunnen voeren. Men heeft daar volgens een vast stelsel van het begin tot aan het einde kunuen ageeren. De eenheid van militaire bevelvoering is niet verbroken geworden door gedeputeerden te veldezooals bij ons in waarheid het geval is. Het Fransche leger kende al het na- deeligo van de commissaires tijdens de revolutie-oorlogen. De ge schiedenis der veldtochten van den grooten Napoleon had geleerd, dat, om eenig succes te behalen, in de eerste plaats de invloed van de commissaires moest worden opgeheven. Napoleon schreef ter zake aan het Directoire: „S'il faut que je réfère de tous mes pas aux com missaires du gouvernement, s'ils ont le droit de changer mes mou- vements, de m'óter ou de m'envoyer des troupes, n attendez plus rien (je bon." Hebben de Fransclien met het stelsel van commissaires

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 239