230 geheel op eenige beteekenis te hebben zoodra het bleek, dat men in Atjeh een zeer zware taak te volbrengen had. Elke oorlog is een afzonderlijke zaak. Zoodra blijkt, dat een afdeeling van 6000 man onvol doende is om te imponeeren, met eenigen gang den krijg te voeren en tot een goed einde te brengen, dan zende men 12000 man. En als 12000 man niet genoeg is, dan zende men 24000 man. De Franschen zonden 30000 man naar Tunis en de zaak vlotte. Ook bij de verovering van Algerië moesten de Franschen het door de strategie aangegeven middel, het aanwenden van een overmachtig- leger, te baat nemen om doel te treffen. „Le maréchal Bugeaud, du premier coup et sous la forme d'un sine qua nonavait demandé cent mille hommes, plus que le double des moyens dont ses prédécesseurs avaient en la disposition, pour faire la conquête de l'Algérie. II les obtint malgré l'opposition trés vive du due d'Orleans, et ceux qui ont pris part a l'oeuvre, savent que ces moyens ne furent que suffisants". (IAarmee Frangaise en 1867, par le general T roc hu). Maar ook uit den lateren tijd kunnen wij voorbeelden aanhalen, dat, in gevallen als waarvan hier sprake, een groote troepenmacht werd noodig geoordeeld, om spoedig en zonder veel bloedvergieten, een land, bewoond door een onbeschaafd volk, dat zich hardnekkig verdedigen wil, te veroveren en te paciticeeren. Wij bedoelen het bezetten van Bosnië en de Hercegovina in 1878 door een Oostenrijksch-Hongaarsch leger. Om de vergelijking sprekend te maken, zullen wij eenigszins uit voerig moeten zijn. Bosnië en de Hercegovina zijn rijk aan bergen (Dinarische Alpenen arm aan bewonersdeze weinige woorden schetsen land en volk onvolkomen, doch geven het algemeen beeld er van. Meer van nabij beschouwd wordt dat beeld natuurlijk duidelijker en doet het beide landen kennen als weinig begaanbaar en onherbergzaam, waar de wegen en bruggen, gering in getal, slecht aangelegd en slecht onderhouden zijn waar de bewoners, ruw en onbeschaafd, meer doen denken aan roovers, dan aan gezeten burgers. Overeenkomstig hun geloof, zijn zij verdeeld in twee standen ot

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 241