231
kastenin Mohamedanen en Christenen, of beterin verdrukkers
en verdrukten.
Van dén Mohamedaan wordt gezegd dat hij eerlijk, gastvrij, matig
en gehard is, doch ruw en steeds tot vechten gereed. Trotsch,
onwetend, onbeschaafd en onverdraagzaam, heeft hij tot aan de
Oostenrijksche occupatie elke poging van de Christenen, om hun
hard lot te verbeteren, met barbaarsche wreedheid weten te onder
drukken.
Als vertegenwoordigers van den heerschenden godsdienst; in het
bezit van alle politieke rechteu en van het grootste deel van den
grond, wisten de Mohamedanen zich, bjj zorgeloos niets doen, macht
en aanzien te verzekeren.
De rijke en machtige Begs dat wil zeggen: de oude tot den
Islam toegetreden feudaal-aristocratie des lands hadden ook ten
opzichte van de hooge Turkse he regeering eene zekere mate van
onafhankelijkheid weten te handhaven.
De Christenen zijn, evenals de Mohamedanen, krachtig ontwik
kelde menscheo, gehard, goedaardig, doch wantrouwend en onwetend.
Een viei'honderdjarige vernedering had hen gedemoraliseerdde groote
massa droeg meest gedachteloos en traag het zware juk.
Toen nu de Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie op
het congres te Berlijn (1878) gemachtigd was, om deTurksche
provinciën Bosnië en de Hercegovina te bezetten en te bestu
ren, moest, bij het organiseeren van de daartoe bestemde krijgsmacht,
rekening gehouden worden met de hierboven beschreven verdeeling
van het volk.
Men had toch alle redenen om aan te nemen, dat van de zijde der
Christenen geen tegenstand zou ondervonden worden, dewijl zij in de
komst der Oostenrijkers hunne verlossing zouden zien.
Ook bestond er geen zekerheid dat de Mohamedanen zich tegen de
Oostenrijksche occupatie zouden verzetten, omdat onder dezen de
meeste grondbezitters waren; eene klacse dus, welke er belang bij
had, dat de staat van wanorde in het land zou plaats maken voor
een geregeld en krachtig bestuur.
Hoe het ook zij, de Oostenrijksche tegeering besloot voor alle
zekerheid een armeekorps, sterk 82000 man, 13000 paarden en 112