KADER EK GEBREK AAN KADER IN HET NEDER-
LANDSCH-INDISCHE LEGER. OFFICIEREN EN HUN
NE AANSTELLING, OEFENING EN BEVORDERING.
De toestand van het Nede r 1 a ndsch - Indische Leger, besproken
door een hoofdofficier van dat Legerop eene bijeenkomst ter be
oefening der krijgswetenschap, die tijding deed ons verlangend naar
die voordracht uitzien. Zooveel belangstelling toch is eene zeldzaam
heid. Hoe teleurgesteld waren wij echter, toen we de brochure gelezen
hadden. Schrijver zal ons niet ten kwade duiden, dat wij van hem
niet verwacht hadden, voldoende op de hoogte van den tegenwoordi-
gen toestand van ons Leger te zijn. Die toestand was wel in weinige
woorden mede te deelen als zeer treurigmaar, om er in bijzonder
heden over te kunnen oordeelen en met recht te kunnen zeggen hoe
treurigmoet men langer bij den troep hebben gediend. Hoeveel
waarheid er overigens in de voordracht staat, voldoet ze o. i. echter
niet aan den titel, maar had ze tot opschrift moeten voeren„Finan-
cieelo grieven van
Klachten in die richting kunnen wij echter niet goedkeurenvooral
niet van een genie-officier. Wij allen worden beknibbeld en men
maakt gebruik van onze discipline en onze plichtsbetrachting, om ons
onbillijk te behandelen. De Genie echter heeft betrekkelijk niet het
meest te klagen.
Financieele klachten, hoe gegrond ook, achten we daarom verkeerd,
omdat wij officieren geen bedelaars zijn. De schande, die men over
ons brengt., kan in vele opzichten niet ons treffenzij kome over
hen, die voor onze belangen moeten waken en die daarvoor verant
woordelijk zijn.
I.
■3=Sfitas-