238 Onze bedoeling is dan ook niet, in dit schrijven klachten en grie ven te verzameleu. Integendeel; wij zullen dit zooveel mogelijk ver mijden. Wij zullen trachten, op de gebreken te wijzen, die bij het wapen der Infanterie bestaan en den weg aangeven, die o. i. tot ver betering kan leiden. Ieder leger, dat niet behoorlijk voltallig wordt gehouden, dat niet voortdurend en doelmatig worde geoefend, kan niet voldoen aan de hooge eischen, die men aan een goed leger moet stellen. Stilstand is zelfs reeds achteruitgang. Wij behoeven slechts de krijgs geschiedenis en de geschiedenis der volken na te gaan, om bewijzen in overvloed te vinden, dat elk leger, hetwelk op ouden roem teerde, op eene noodlottige wijze uit den slaap gewekt werd; dat het zich eerst na jaren van oefening en studie tot zijn vroeger standpunt kon verheffen. In de Onde Geschiedenis vinden wij er treffende voorbeelden van. Om echter niet te ver te zoeken, wijzen we slechts op het Pruisische leger, onder Frederik den Gr oo te door wijs beleid tot eene hoogte van geoefendheid oa militaire waarde gebracht, dat het ver boven andere legers uitblonk, terwijl hij in de door hem gevoerde oorlogen de welverdiende vruchten plukte van zijnen arbeid. Na F red er ik den Groote rustte Pruisen echter op zijue lauweren en onderging ten gevolge daarvan de diepste vernederingen in zijn eerstvolgenden strijd. Maar Pruisen profiteerde ten minste van de harde les en bezit thans een leger, waarvoor ieder, die de organisatie, wijze van oefening enz. er van bestudeert, met bewondering zal vervuld zijn. Rapport sur 1'armee Allemandevan Kaulbars). Ook tot eer van F rank rij k dient gezegd te worden, dat het wel door eigen schuld vernederd werd, maar thans zijne uiterste krachten inspant, om bij voorkomende gelegeuheid zijne reputatie te herstellen. Met zulke voorbeelden voor oogen, zou men natuurlijk verwachten, dat andere legers, zich daaraan spiegelende, zoolang de tijd er voor beschikbaar is, door oefening en wijze maatregelen ter verbetering, op een standpunt zouden gebracht worden, dat hen in staat stelde, aan hunne roeping te voldoen. Toch ziet m en de waarde van het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 249