241 Deze toestand is oorzaak, dat het gehalte van het kader slecht is en dat de officieren minder goed zijn dan zij konden wezen. Zoo lang die toestand voortduurt, zal ons Leger ver beneden de waarde blijven, die het moest bezitten. Wij komen, wat de officieren be treft, hierop later terug. Het kader bij het Nederlandsch-Indische Leger bestaat uit Europeesche en Inlandsche korporaals; Europeesche en Inlandse he sergeanten; Europeesche fouriers en sergeant majoors en de adjudant-onderofficieren bij de bataljons. Het Inland sche kader, dat wij meer van politieke beteekenis dan van militaire waarde achten, zullen we buiten beschouwing laten. Het is eene zeldzaamheid dat het eenig gezag uitoefent. Waar wij denken een goed onderofficier of korporaal te ontmoeten, daar be driegen wij ous dikwijls het meeste. Zij zijn echter noodig en daarom is hun voortbestaan, ook zonder militaire waarde, wenschelijk. Ser geant-majoors en fouriers moesten eigenlijk tot de administratie be lmoren en meer de ondergeschikten zijn van de kwartiermeesters bij de bataljons en de administrateurs van garnizoensmagazijnen. Voor den fourier heeft men bij het samenstellen van de Algemeene Order N°. 5 van 1868 waarschijnlijk daarover gedacht; want, terwijl voor alle graden eischen op het terrein gesteld zijn, heeft men die bij het examen voor fourier achterwege gelaten. (1) Wie moeten nu een graad bekleeden? In ieder bataljon of in iedere compagnie zal men, evenals in de burgermaatschappij, indi viduen ontdekken, die anderen imponeeren die geboren zijn om bevel te voeren, om te commandeerenterwijl men anderen zal opmerken, wier karakter daartoe minder geschikt is en die meer aanleg hebben om te gehoorzamen. Alleen aan de eerste categorie mag men graden toevertrouwen. Heeft een bataljonscommandant door middel zijner compagniescom mandanten de personen ontdekt, die het vereischte karakter paren aan goed gedrag, dan moet men hen in de gelegenheid stellen tot commandeeren, door hun gezag toe te vertrouwen. Uit die soldaten, die aldus blijken hebben kunnen geven van hunnen natuurlijken aan leg tot commandeeren, kan men eene keuze doen voor toekomstige 16 (1) By de compagnies-opstelling staat de fourier nog wel vitfjeteekend,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 252