- 248 Het pensioen was voor mindere militairen in vijf klassen verdeeld en bedroeg voor den Feldwebel 42 mark en voor den soldaat 30 mark 's maands. Zij, die in den strijd of in en door den dienst ledematen of zintuigen hadden verloren, bekwamen toelagen. In 1874, toen het aantal invaliden zeer hoog was gestegen, ver hoogde men het pensioen van de onderofficieren en gaf hun, in plaats van den Civil- Versorgungsscheintoelagen. In 1875 maakte men nog in den Rijksdag de bepaling, dat, zoo noodig, aan onderofficieren bij het verlaten van den dienst eenig ka pitaal in handen kon worden gegeven, terwijl men bovendien op het militair budget eene vrij groote som bracht voor het onderwijs aan de onderofficieren, die na den verstreken diensttijd bleven voort dienen. Ook stond men vrij groote sommen toe voor bataljons- en regi mentsscholen. 7 oor de toekomst van de onderofficieren zorgt de Staat, niet alleen door pensioenen en door hen later in civiele staatsbetrekkingen te plaatsen, maar tevens door aan alle particuliere vereenigingen of maatschappijen, die zich vormen, aan alle etablissementen, fabrieken, spoorwegen enz. bij de akte van toestemming bepaaldelijk de verplichting- op te leggen, een zeker aantal plaatsen open te houden voor gepen- sionneerde onderofficieren. Yan tijd tot tijd moeten die maatschap pijen enz. in het Militair WochenUatt berichten, welke plaatsen bij hen beschikbaar zijn. In dat blad vindt men dikwijls lijsten van voor onderofficieren vacante betrekkingen en daaruit kunnen deze kiezen. Vandaar dat men m Duitschland overal militaire figuren ontmoet; dat zijn de oude onderofficieren. Zoo houdt men ondanks gebrek den graad in waarde en blijft een onderofficier in de volle beteekenis onderofficier; terwijl bij ons de onderofficieren in den regel weinig en de korporaals gewoonlijk negatieve waarde hebben. Dat de korporaals nadeelig zijn, daarop ko men wij later terug. Behalve door keuze uit de Capitulanten, heeft men in Duitsch land tot het verkrijgen van onderofficieren scholen opgericht Ieder jongmensch van 17 tot 20 jaren, physiek voor den militairen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 259