Er bestond dus ook iu Frankrijk geen onderofficiersstaud. Ver reweg de helft van de luitenants en kapiteins is op die wijze aan den onderoffieiersstand onttrokken. Zulk een systeem moet nood zakelijk nadeelig op beide standen werken. Voor eiken graad en voor den officiersrang moeten eischen zijn vastgesteld, waarvan men onder geene voorwaarden mag afwijken. De eerbied van mindere militairen en ook yan hen die graden bekleeden voor den officier, moet vooral berusten op de wetenschap, dat de officier in kennis van zijn vak en intellectueele ontwikkeling- verre boven hen verheven is. Dit verloor men in F rank rij k, door het gebrek aan officieren, uit het oog. Men voorzag tijdelijk in het gebrek, maar benadeelde het prestige van graden en rangen op eene verregaande wijze; eene fout, die niet te herstellen is. Onderofficiersscholen had men in Frankrijk niet. Men had alleen bij de bataljons korpsscholen, door officieren geleid. Een van die scholen was voor practisch, de tweede voor theoretisch on derricht. Uit die scholen trok men het kader, dat op voordracht van de instructeurs werd aangesteld. Na den oorlog van 1870 71 was het gebrek aan onderofficieren door geledene verliezen en het verlaten van den dienst buitenge woon groot; zóó groot, dat men slechte maatregelen nam tot voor ziening; maatregelen, waarop men later toch weder moest terugko men. In Frankrijk kon men, tot 1870, eerst na vier jaren dienst on derofficier worden. Na den oorlog trok men die bepaling in en kon ieder soldaat na 6 maanden korporaal en 6 maanden later sergeant worden. Bovendien konden de aldus gevormde ouderofficieren na 2 jaren officiersexamen afleggen, mits zij 18 jaren oud waren. En met zulke onderofficieren en officieren zou men het leger weder in orde brengen. Men begreep gelukkig spoedig, dat men den ver keerden weg was ingeslagen. In het Journal officiel van 10 Dec. 1874 vinden wij dan ook reeds wijzigingen en werd voor de Infan terie de oprichting van onderofficiersscholen bevolen. Men verbeterde tevens de positie van de onderofficieren, door ver andering van de menage en van het logies, terwijl men voorts maatre-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 262