16 Art. XXXIX. Die geene, die in eenigen twist ofte geveght ofte andersints sijn Nat-ie sal te hulpe roepen, of ver- gaderinge maken, sal gehangen en geworght worden. Art. XL. Die geene, die men vinden sal bij dage ofte naghte uijt den Le ger ofte belegerde plaetse, sonder verlof van sijnen capiteijn, sal aen het leven gestraft worden. Art. XLI. Die op een vrijbuijt sal gaen en foullen, extorsien doen, sal ge hangen en geworght worden. Foullen is rooven en plunderen. Die zich daaraan schuldig maakten, noemde men in die dagen: stract- roovers, vrijbuijtersboschklop pers, struijckroovers en nachtegaels- vogels. De omschrijving van hangen en w'orgen, welke reeds meermalen hierboven is voorgekomen, ge schiedde aldus, om te kennen te geven, dat de betrokkene met de koorde zou worden gestraft, dat er de doodt na volght, waarom dan belachelijk is er aen te twijfelen, of hij niet soude moeten sterven, wanneer de strop gebroocken was.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 27