269
De soldaat, die werkelijk heeft misdreven, moet ook werkelijk
worden gestraft, daar hij het niet opleggen van straf als eene zwak
heid beschouwt, strijdig met het begrip van den militairen stand.
De macht, den meerdere door het recht van straffen gegeven,
kan zijn aanzien bijzonder verhoogen, maar kan ook zeer scha
delijk werken, wanneer zij niet volgens recht en wet, niet met
energie wordt toegepast. Zwakheid van den meerdere ontrooft hem
het vertrouwen, dat de ondergeschikten slechts den sterke schenken,
en voert, evenzeer als tirannieke willekeur, tot onrechtvaardigheid.
Mannen echter, die oprecht, flink en rechtvaardig zijn, worden niette
genstaande hunne strengheid geëerd eu bemind. De onschendbare
heiligheid van de wetten, die in al hunne handelingen zichtbaar is,
schenkt vertrouwen en geeft nadruk; het gevoel, het bewustzijn,
dat de wet en geen willekeur de basis is van ieder bevel, werkt
beslissend op de plichtsvervulling van de ondergeschikten.
Rechtvaardigheid is de noodzakelijke voorwaarde van eene goede
discipline; zonder haar worden alle krachten uitgeput. Geen aan
zien des persoons, geen sympathie of antipathie mogen bij het toepassen
van straffen op den voorgrond, treden. En juist daar, waar de meer
dere een zekeren afkeer gevoelt, moet hij bij het straffen bijzonder
omzichtig zijn. Bij het strafopleggen houde men zich aan onwrikbare
beginselen en late alleen den invloed gelden van de moreele waarde
en het vroegere gedrag van den overtreder.
Zooveel mogelijk moet getracht worden, de straffen gaandeweg
te verzwaren. Het is daarom verkeerd en schadelijk, wanneer aard
en omstandigheden van de overtreding geen oogenblikkelijke buiten
gewone strengheid gebiedend maken, dadelijk met zware straffen aan
te vangen. Kleinere correctiemiddelen moeten gebruikt worden, voor
dat men tot strengere straffen overgaat. Waar kenbare onverschil
ligheid of moedwillige achteloosheid en verwaarloozing van den plicht
oorzaken zijn der overtreding, of het stellen van een afschrikwekkend
voorbeeld noodig is, moet de straf in hare volle zwaarte worden
toegepast. Daar echter, waar gebrekkig onderricht de oorzaak van
den misslag is, zal men hoofdzakelijk trachten een betere vorming
te verkrijgen.
Ontoegeeflijke strengheid moet mot deelnemende goedheid gepaard