277
deren begaan, onmiddellijke bestraffing noodzakelijk maakt. De of
ficier, die in tegenwoordigheid zijner minderen de gehoorzaamheid of
het respect uit het oog verliestdie in hunne tegenwoordigheid zich
aan plichtverzuim schuldig maakt, moet ook, zonder aanzien des
persoons, openlijk bestraft worden.
Ook de persoonlijkheid van den onderofficier is van groot belang.
Hoewel deze, door zijn meestal geringeren graad van ontwikkeling en
minder beduidend standpunt, niet het aanzien van den officier kan
verkrijgen, kan hij toch, met de manschappen in onmiddellijke betrek
king levende, veelal door spraak, nationaliteit en afkomst aan hen
verwant, grooten invloed op geest en discipline uitoefenen, die, naar ge
lang van keuze en opvoeding tot onderofficier, zeer weldadig, maar
ook zeer nadeelig kan zijn. Het vraagstuk van de kadervorming is
een ernstig vraagstuk, waaraan in den tegenwoordigen tijd wel alle
krachten mogen worden besteedwaaro ver openlijke bespreking en
uiting van gedachten niet genoeg kunnen worden aanbevolen.
Het streven om bekwame gegradueerden langer te behouden, moet
ondersteund worden door eene het gevoel van eigenwaarde verhoogende
behandeling, die liefde voor hun stand opwekt. Onbekwame behan
deling demoraliseert zelfs mannen van den besten aanleg; doet hun
den eerbied van hunne ondergeschikten ontnemen en hen voor het leger
verloren gaan. Is het gevoel van eigenwaarde opgewekt, dan
is veel, ja bijna alles gewonnen. Behandelt men echter den onderofficier
niet altijd, zelfs wanneer hij overtreding heeft gepleegd, met achting
hem, die zijn beroep met trouwe plichtsbetrachting vervult, met ken
merkende tevredenheid, dan schaadt men het aanzien en den geest
van den geheelen onderofficiersstand en laadt de verdenking van
onrechtvaardigheid op zich. Zelfs den op den laagsten trap van ont
wikkeling staanden soldaat mag uit achting voor zijn beroep, met
het oog op de discipline, geen behoorlijke behandeling worden onthou
den. Den onderofficier moet bij iedere gelegenheid den voorrang wor
den gegeven, welke hem boven de overige manschappen toekomt. Slechts
dan zal hij leeren zijn stand te achten en zijn plichten met opgeruimd
heid te vervullen.
De op de onderofficieren toe te passen straffen moeten, met het oog
op den grooten invloed, dien zemp hunnen geest en hun karakter uit-