278 oefenen, door gematigdheid en rechtvaardigheid uitmunten. Zij moeten hunne straffen, zooveel mogelijk, afgezonderd van de overige manschap pen ondergaan. Daar zij toch heer over hunne ondergeschikten moeten zijn, zal men hen niet in hunne tegenwoordigheid vernederen, en openlijke bestraffingen zooveel mogelijk vermijden. De meerderen moeten de autoriteit van de onderofficieren zooveel te meer verzekeren, daar zij, door hunnen voortdurenden omgang met hunne soldaten, veel gemakkelijker den eerbied van hunne minderen verliezen dan de officier, wiens standpunt en mate van ontwikkeling hem nooit in zulk een intieme verhouding tot de manschappen kan brengen. Op grond hiervan zullen de officieren den onderofficier in zijnen werkkring steeds steunen, zonder dat echter in eenig opzicht een soort voogdijschap over hem uitgeoefend mag worden, welke hem de achting voor zijnen graad doet verliezen. Het fundament van de militaire vorming is de goede geest. Dezen door woord en daad op te wekken, moet het voornaamste streven van de officieren zijn. En wanneer de chefs het verstaan, om des menschen meer edele hoedanigheden te benutten, welwillend en rechtvaardig, bij strenge handhaving van den dienst, bij het straffen steeds het juiste doel te treffen, dan wordt een veelvuldige aanwending van straffen overbodig. Dat wij innig doordrongen zijn van de hooge waarde van Y o n Moltke's woorden, door kapitein Tan Yleuten op blz. 384 van No. 4 van dezen jaargang aangehaald: „Niet de straffen zijn het „alleen, waardoor wij de discipline handhaven in de eerste plaats doen „wij dit door de geheele opleiding en vorming van den soldaat," moge uit het vorenstaande overtuigend zijn gebleken. Maar wij hopen even overtuigend te hebben aangetoond, dat ook de straffen bij het handhaven van de discipline niet gemist kunnen worden, daar ook zij hulpmiddelen zijn, om de militaire opleiding en vorming te bevorderen. Mogen het al strenge hulpmiddelen zijn, welker toepassing niet dan in het uiterste geval mag worden aangewend, men zij indachtig aan het spreekwoord zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Met energie en doortastendheid, maar tevens met tact en met beleid, moet van die hulpmiddelen worden gebruik gemaakt, en,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 289