285 moest zelfs meer dan het dubbele betaald worden van hetgeen ontvan gen werd. Meestal laat men de kampementen door de eigen troepen schoonma ken en stort de aankomende gelden voor het- inhuren van koelies in de menages van onderofficieren en van Europeesche militairen;, een enkele maal zelfs in het muziekfonds. De onderofficieren hebben, dunkt ons, in geen geval eenig recht op deze gelden. Zoo geheel uitgemaakt achten wij het ook nog niet, of de voor koelies toegestane gelden aan de menages der Europeesche mindere militairen toekomenwanneer uitsluitend de Inlandsche militairen gebezigd worden, om de kampementen te reinigen. Wat de keukenkoelies betreft, valt op te merken, dat niet elke Euro peesche compagnie een bepaald aantal koelies bekomt, maar dat dit aantal afhangt van de sterkte der compagnie. De grondslag van deze berekening achten wij ook niet juist. Het grove werk in de keuken is toch niet aanzienlijk meer of minder, wanneer de compagnie een 50tal militairen meer of minder telt. De keuken verandert niet van omvang; evenmin de kookketels en de schoon te maken goten om en nabij de keukens. Hetzelfde geldt voor het terrein nabij de keukens, het waterverbruik blijft bijna constant; het te hakken brandhout voor de stookgaten eveneens. Waarom wordt bij de herziening van de tarieven hierop niet gelet, en een vaste maatstaf voor elke compagnie aangenomen? Waarom ook niet geprovoceerd, dat dwangarbeiders hiertoe eu voor het schoonmaken van kampementen door het civiel bestuur worden afgestaan, in stede van gelden uit te trekken tot het inhuren van vrije koelies; gelden, hiertoe verre van toereikend, zooals bij een onderzoek bij alle korpsen van het Leger duidelijk blijken zal, wanneer men de menagere keningen raadpleegt. Men wachte zich intusschen voor raadpleging van het Model Ho. 11 van het Regl. Inw. Dienst; men zou dan lichtelijk geneigd zijn, de on juiste gevolgtrekking te maken, dat het bij tarief toegestane bedrag voor koelieloon per vijf dagen een voordeelig saldo aan de menages bezorgt. III. Engagementen van mindere militairen. Waarom worden de militairen, die zich verbonden hebben, om een zeker aantal achtereenvolgende jaren den lande te dienen, desverlan- gende, niet onmiddellijk bij ommekomst van hun dienstverband gepas- porteerd of gegageerd?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 296