286 Welk bezwaar kan er bestaan, den man bij bet tegenwoordig drukke stoombootverkeer, zoowel door geheel Indië als met Europa tijdig op do bestemmingsplaats te dirigeeren, zoodat hij met paspoort of gagement kan afgaan op denzelfden dag, waarop het dienstverband geëindigd is Wel schrijft de A. O. No. 20 van 1879 voor, dat de man bij dienst- eindiging zich bij een der subsistentenkaders of op reis derwaarts moet bevinden, maar wij betwijfelen of die bepaling strikt billijk mag ge noemd worden. Het is o. i. verkeerd, iemand langer in dienst te houden dan waartoe hij zich verbonden heeft. Is zijn diensttijd geëxpireerd, dan heeft alle verhouding tusschen hem en den Staat rechtens opgehouden. De instandhouding van de krijgstucht verzet zich ook hiertegen; het is immers de vraag, waarvan wij de beantwoording achterwege wenschen te laten, of na dienstexpiratie nog sprake kan zijn van zuiver militaire delicten. Wij weten zeer goed, dat hier nog onderscheidingen te maken zouden zijn, maar wij laten de zaak liever rusten, na haar slechts aan geroerd te hebben. Het komt ons voor, dat aan de voorwaarden, waarop de soldaat geën gageerd werd, hetzij in Nederland of hier, stiptelijk de hand behoort gehouden te worden. Leeuwen-contracten hebben geen recht van bestaan. Den soldaat wordt geen enkelen dag van het dienstverband geschon ken men verge dan ook niet, dat hij tot langeren dienst, zij het ook betaalden dienst verplicht worde. Men zegge niet, dat ieder militair bij dienstexpiratie het recht heeft, in afwachting van paspoort of gagement, verlof aan te vragen, zonder bezwaar van den lande. Dit verlof wordt wel toegestaanmaar met dit verlof in handen mag belanghebbende zoolang hij niet gepasporteerd of gegageerd is als verlofganger zelf zijne reis bekostigen naar de plaats, waar hij zich wenscht te vestigen. En daar, op één enkelen na, misschien niemand de fondsen daartoe bezit, zal wel zeldzaam daarvan gebruik kunnen gemaakt worden. Noode onderwerpt men zich er aan, langer dan volstrekt noodig in militairen dienst te verblijven, onder een exceptioneelen rechtsdwang te verkeeren. IV. Achterblijvers van verlof. Een minder militair, die met verlof zijn garnizoen verlaat en elders wegens ziekte in subsistentie wordt opgenomen, moet bij herstel zijn garnizoen rejoigneeren. Valt zoodanig militair alsnu in de termen, om voor eigen rekening in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 297