291 -
kleeding (militaire of burger-) zij ziek vertoonen. Deze opvatting getuigt
meer van ij delheid, dan van juistheid. Wij twijfelen niet, of een goed
militair zal uit eigen beweging zijne officieren herkennende deze
altijd en overal salueeren; een enkele onbeleefde slechts, die dit met
opzet zal nalatenmaar men handelt verkeerd iets te eischen, waarop
men geen recht heeft, wat ten overvloede bepaaldelijk verboden is, van
zijne minderen te eischen.
Dan zien wij ook nog vaak wachten in het geweer komen, of schild
wachten het geweer presenteeren, voor Residenten of Gouverneurs, zon
der dat deze in het voorgeschreven cosluum zijn. In sommige consigne
boekjes staat zelfs zwart op wit gelast, dat voor Gouverneur of Resident
de pajoeng beschouwd moet worden alscostuum? neen, als'teeken
van zijne waardigheid, en dien hoofdambtenaren door wachten en schild
wachten het saluut moet gegeven worden, wanneer zij den pajoeng (in handen
van een politieoppasser) bij zich hebben, en zulks ongeacht hun costuum.
Wij meenden, dat dit laatste alleen voor Inlandsche Regenten gold.
De practijk op sommige plaatsen leert ons inmiddels anders. Wij weten,
dat sommige civiele autoriteiten bijzonder gesteld zijn op militaire eerbe
wijzen; dat indertijd Atjeh's eerste Civiele Gouverneur zeer verbitterd was
omdat een officier, wachtcommandant, zijne wacht geene honneurs aan hem
liet geven, wijl de schildwacht ten onrechte de wacht in het geweer
had geroepen voor den Gouverneur, die in burgerkleeding voorbijging of
reed; maar die verbittering; dat gesteld zijn op eerbetoon; dat alles
bewijst niet, dat men te kort gedaan is, wanneer men geene eerbewijzen
bekomt, waarop de Reglementen geen aanspraak geven.
VII. SCHIJFSCHIETREGISTERS.
In de schijfschietregisters wordt, ingevolge het Voorschrift betreffende
de wapenen en de schietoefeningen bij de Infanterie (zie Model Lr. A h.)
bij alle korpsen, waarbij wij dienden, op elke bladzijde het aantal
schoten, de treffers en het gemiddeld percent der raakschoten, op eiken
datum, vermeld.
Wij gelooven, dat dit ten onrechte op elke bladzijde geschiedt.
Er wordt, naar onze opvatting, wèl verlangd te weten, hoeveel schoten
per compagnie of detachement bij elke oefening zijn gedaanhoeveel daar
van de schijf getroffen hebben, en ten slotte hoeveel procent treffers de
compagnie of het detachement bij elke oefening behaalde.
Op sommige bladzijden van het schijfschietregister vindt men soms de
namen der beste, op andere weer die der minst goede schutters, of wel