296
Liggende vuren heeft dus met het oog daarop een groot voordeel
boven staande vuren met dezelfde opzethoogte.
Men kan de hoogte van de vizierlijnen boven den grond nog
aanmerkelijk verminderen, door, in plaats van op het midden, op
den voet van de doelen te richten. Men kan dan partij trekken van
de geheele baan, zoolang de ordinaat van het culminatiepunt minder
is dan of gelijk aan de hoogte van het doel. Bovendien biedt
nog het mikpunt op den voet een duidelijk en zuiver punt aan,
onverschillig op welk doel; een voordeel, dat niet bestaat, wanneer
men op het midden richt. Waarschijnlijk omdat men de bestreken
ruimte achter het doel bij het mikken op den voet der doelen
verliest, heeft dit denkbeeld nog vele tegenstanders. Zonder de
ondervinding, bij de vuren opgedaan, zouden wij de zaak in theorie
ook zoo onvoorwaardelijk niet aannemen. Het is echter bijna geheel
eene quaestie, waarvan men de overtuiging door de practijk moet
krijgen. Ieder officier, die vuren geleid heeft en uitwerking heeft
kunnen observeeren, zal het richten op den voet van de doelen een
enorm voordeel vinden. Deze theorie is bovendien volstrekt niets
nieuws, want reeds Cromwell had het nut daarvan opgemerkt en
schreef daarom aan zijne strijders voor, op de gespen van 's vijands
schoenen te richten.
Alleen de Pruisische Infanterie heeft het thans weder in de re
glementen opgenomen en bij andere mogendheden is er eveneens
sprake van.
Het ware zeer wenschelijk, dat het ook voor de Nederlandsch-Indische
Infanterie werd voorgeschreven.
Wat de trefkans betreft, deze wordt, zooals boven reeds gezegd
is, gemeten door de gemiddelde afwijking. Wanneer een goed schutter
100 schoten met een zelfde wapen op eene verticale schijf doet,
zullen die schoten zich rondom een punt groepeeren, dat men het
gemiddelde trefpunt noemt.
Het geweer is goed, als het gemiddelde trefpunt samenvalt met
het midden van het doel. Beschouwt men van de 50 schoten, die
zich het dichtst om het gemiddelde trefpunt scharen, de banen, dan
zal men ontwaren, dat zij een bundel vormen, waarvan de doorsnede
met de schijf een cirkel of liever een ellips is, waarvan de verticale