302 bajonet op den loop zou b. v. veranderd kunnen worden in het plaatsen van de bajonet op den loop gelijktijdig met het terug brengen van het vizier tot standvizier, dus op 300 passen van den vijand; waarbij men dan bajonet en kapmes kon vervangen door een sabelbajonet, die dienst voor beide doet (1). Intusscheu is dit niet het eenige middel ter verbetering (2). Eindelijk de derde en niet onbeduidendste motor van de vuren, de officierendie ze leiden. Wij hebben wel eens hooren beweren, dat de Infanterie geen wetenschappelijk wapen is. Die bewering is echter onjuist en vloeit alleen voort uit onbekendheid met de eischen van de tegenwoordige vuurwapenen en de wijze om ze te gebruiken. Infanterie-officieren moeten tegenwoordig zeer wetenschappelijk zijn en veel studeeren. Hoe meer zij werken, hoe meer zij tot de overtuiging zullen komen, hoe weinig wij allen weten en hoe noodig het is, de ballistiek tot in bijzonderheden te kennen en er partij van te trekken. Aangenomen dus dat de Infanterie wetenschappelijk moet zijn, behoeven wij van deze delicate quaestie weinig meer te zeggen. Ieder zal begrijpen wat er nog zou moeten volgen. Infanterievuur doelmatig te leidener het meest mogelijke voor deel door te behalen en de soldaten zoo min mogelijk aan 's vijands vuur bloot te stellen, behoort tot de plichten van alle aanvoerders. Maar dit omvat zooveel, dat men een bestudeerd man moet zijn, om aan die roeping te kunnen voldoen. Tot de onderdeelen hiervan behoort ook in de eerste plaats: goed onderwijzer te zijn en ook goed schutter. Verder zullen wij hierover niet in bijzonderheden treden. Ieder officier, die gevoelt dat hij in kennis en ervaring te kort komt, (1) Het kap nies te vervangen is moeilijk. Het bewijst dikwijls groote diensten als gereedschap. Ze zouden echter mede te voeren zijn, daar ze ook voor Javanen bij knielende vuren hinderlijk zijn. Verbetering van vuur is van meer waarde dan gereedschap. De Amerikaansche bajonet Benton is wellicht aan te bevelen. (2) Betere controle op de aanwerving van recruten, waardoor men krachtiger Infanterie zal krijgen, is, vooral met het oog op het handgemeen raken, ook aan te bevelen. En wanneer men die meer krachtige recruten doelmatig oefende met meer lichaams beweging en minder theorie, dan zou ons geweer wellicht kannen blijven bestaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 313