310
Er bestaat nog een verschil van denkbeelden bij de salvo's omtrent
het al of niet gelijktijdig vallen van de schoten.
Eene commissie, die de Duitsche manoeuvres had bijgewoond,
roemde b. v. de gehoorde salvo's, omdat ze, zoo verklaarde zij, af
gegeven werden als scheurde men linnen.
Men moet echter wel degelijk aandringen op het gelijktijdig vallen
der schoten.
Uit het oogpunt van vuurdiscipline is het voldoende, dat niemand
vuurt vóór het commando van den vuurleider.
Men moet echter meer eischen en den troep zoodanig oefenen, dat
het salvo één schot is; niet alleen tot verhooging van den indruk
op het moreel van den vijand, maar ook omdat de achteraankomen
de schoten noodzakelijk den invloed van de vroeger gevallene zullen
ondervinden en de slechtste schoten van het salvo zullen zijn.
De vuurleiding zal ook bij de salvo's van veel gewicht zijn en zullen
officieren, die hunne afdeeling niet behoorlijk gadeslaan, de manschappen
overhaasten of opwinden, slechte resultaten verkrijgen.
Ook moeten de manschappen zich gemakkelijk in het gelid kunnen
bewegen en daartoe doelmatig bepakt zijn.
Yoorts moeten de afstanden nauwkeurig geschat worden. Daarom
is het aan te bevelen, de officieren en het kader méér dan de soldaten
daarin te oefenen.
Eindelijk zijn wij gekomen aan den factor, die de uitwerking der
salvo's het meest kan verhoogen of verminderen, dat is het terrein.
liet spreekt vanzelve, dat het terrein, vóór de schutters gelegen,
en vooral het terrein, dat het doel omringt, van invloed moet zijn op
de uitwerking van een salvo.
Zoolang het terrein ongeveer evenwijdig loopt aan de vizierlijnen,
valt er niets bijzonders bij op te merken. Wanneer echter het terrein
van af de schutters naar het doel beneden de vizierlijnen daalt, ver
meerdert de bestreken ruimte en zal deze zoo groot mogelijk zijn,
als die helling ongeveer even groot is als de helling van de kogel
baan.
Indien daarentegen het terrein van af de schutters naar het doel
toe klimt, wordt de bestreken ruimte kleiner, naarmate die klimming
sterker is.