- 23
Art. LVI.
De Capiteijnen en sullen elkan
ders kneghten niet debaucheren of
ontvremden, op poene van suspen
sie van liaer dienst voor den tijdt
van 3 maenden.
Art. LYII.
Die met woorden of met der
daedt hem bemoeijen sal met den
Sergeant Major doende sijn ampt,
het zij capiteiju ofte soldaet, sal
aen het leven sonder genade ge
straft worden.
Art. LVIII.
Den soldaet, wesende van de
wacht, die hem niet en sal in sijn
volle geweer laten vinden bij het
vendel, omme na de plaetse te
marcheeren met de andere, sal met
de spitsroede of wapens gestraft
worden, na exigentie van saken.
Art. LIX.
Een ijegelijck, van wat conditie
hij zij, sal van stonden aen en voor
den avondt, bij den geenen die in
het quartier commanderen sal, te
voorschijn brengen al sulcken Ge
vangen, als van den Yijandt ge
vangen genomen sal sijn, op ver
beurte van den selven, en aen het
leven gestraft te worden.
Art. LX.
Eude indien ijemant een veldt-
heer of overste van den vijandt of
andere gequalificeerde Heeren ge-
Die Sergeant-Major had rang
naast den Collonel Lieutenant.
Daarom noemde men hem ook wel
Collonel-Major of Overste-kVaght-
meester(De graduatie is moei
lijk te vatten.)
Ende magh alzoo den Gevangen
niet eerst ijemant met sigh in sijn
Logis of in een herbergh brengen,
nemaer hij moet hem, zoo ras als
hij in het quartier ofte guarni-
soen komt, aan den Commandeur
presenteren.
De bedoeling schijnt hier te zijn,
een capiteijn generael ofte genera
lissimus, een collonel ofte overste,