VOORHEEN. RIETSLAGEN EN DISCIPLINE. (1)
Dat de straf van rietslagen bij de korpsen is afgeschaft, wordt
door sommigen betreurd.
Zij beschouwen die tuchtiging als een universeel geneesmiddel
tegen alles wat maar zweemt naar verslapping van de krijgstucht.
Dit doende, zien zij over het hoofd, dat, wanneer die tuchtiging
inderdaad zoo heilzaam werkte als zij beweren, de toepassing lang
zamerhand onnoodig zou zijn geworden en de afschrik, dien zij in
boezemde, voldoende zou zijn geweest, om overtredingen te voorkomen.
Nooit echter was dit het geval. Toen ik in Indië kwam, in 1847,
werd er veel geslagen. Toch kwamen rayonsoverschrijdingen, dron
kenschap, goedverkoopen enz. veelvuldig voor, en waren politiekamers
en provoosten steeds ruim bevolkt. Zeer stellig was de discipline
toen niet beter dan tegenwoordig.
In 't laatst van .1849 en in den aanvang van 1850 was ik geëx
amineerd onderofficier, geplaatst bij de expeditionnaire troepen in het
Palembangsche. Ter hoofdplaats en wel speciaal bij 't garnizoens
bataljon werden rietslagen niet gespaard.
Toch was het geen model-korps. Bewezen wordt dit door 't volgende
extract uit een opstel over De tucht in 't leger, door mij ge
plaatst in 't Nieuw Bataviaasch Handelsblad van Mei 1871:
Eens 't commando werd, bij tijdelijke afwezigheid van den luitenant
kolonel militairen commandant, gevoerd door den kapitein K., een der
meest gestrenge officieren, welke ik gedurende mijne militaire loopbaan
ontmoet heb en iemand, bij wien nooit sprake was van zwakheid of toe
gevendheid verlieten alle Europeesche fuseliers de benting en lieten zich
eerst na verloop van drie dagen bewegen om terug te keeren. De correc-
(1) Bit stuk dagteekent van den aanvang van 1882.
Het opstel Lijfstraffen, in De Locomotief van 9 Juli 1883, geeft aanleiding tot
de plaatsing,N.