348
Moriturus spreekt waarheid. Ik, die èn als civiel gezaghebber,
en als lid van een Raad van Justitie, beide toen de rottanslag nog
in volle werking was, gelegenheid heb gehad, om achter de schermen
te zien, weet, hoe niets beteekenend de overtredingen waren, waar
voor in dien goeden ouden tijd meermalen die straf werd opgelegd;
hoe hartstocht, wraakzucht, de wensch om zich aangenaam te maken
bij de klagers, en wat niet al meer, daarbij een groote rol speelden,
en hoe de rottan maar al te dikwijls werd aangewend, om beschul
digden tot bekentenis te brengen, met omschrijving der strafreden
in de politierol b. v. als volgt:
t Spreken van leugentaal. „Misleiding van den Assistent-Re
sident." „Brutaliteit." „Oneerbiedigheid." enz. Uit de macht,
den politierechter vroeger verleend, om rottanslagen te doen ge
ven, zonder door iets anders als de inspraak van zijn geweten
gebonden te zijn, vloeiden misbruiken voort, die te lang hebben
bestaan, en die eene bespotting waren van alles wat zweemt
naar recht en billijkheidafgescheiden nog van de onregelmatige wer
king eener lijfstraf, die, zonder controle uitgevoerd, zwaarder of
lichter wordt, naarmate van den wil, de behendigheid en de
kracht van hen, die met de uitvoering zijn belast, de wenken, die
deze ontvangen en den lichaamstoestand van den patient.
Dat de straf van rottanslagen dikwijls zonder veel nadenken of
erbarming werd opgelegd, blijkt o. a. uit het rapport van den Pro
cureur-Generaal van Nederlandsch-Indië, opgenomen in het Koloniaal
Verslag van 1856, bijlage B.
Daar leest men: „Door sommige hoofden van het bestuur wordt
„wel eens onbarmhartig en noodeloos van de bevoegdheid tot het
„opleggen van rottingslagen gebruik gemaakt.
„Onzerzijds wordt tegen een en ander, door het geven van teregt-
wijzingen, het maken van bemerkingen, in het kort door voorlichting,
„berisping en waarschuwing, zooveel mogelijk gewaakt. Maar af
boende middelen bestaan echter niet.
Wat konden nu de gevolgen zijn van die straf, welke wel eens
onbarmhartig en noodeloos werd opgelegd, zelfs, zooals uit het hier
volgende zal blijken, voor zeer lichte overtredingen?
Ziehier wat men leest in de Memorie van grievenden Gouverneur-