349 Generaal aangeboden., door A. P. T. Boelentoen le luitenant, thans gepensionneerd majoor der cavalerie, die met den dienstdoenden geneesheer in 1865 zekeren gestrafte in de gevangenis te Sumanap bezocht „Pa Roepiadie met arbeiden in den tuin van den assistent-resident gestraft zijnde daaruit wegliep, ten einde zijne, door 's mans lang uitblijven, schier van gebrek omkomende vrouw en hongerige kinderen in de armen te snellen. Voor welke daad hij op den léden November 1865 aan den geeselpaal werd gebonden; aldaar door een oppasser, genaamd Brutus, en een gevangene, genaamd Yoetedeerlijk werd mishandeldwaarna hij op den buik liggende, zooals ik dien marte laar zelf aanschouwde, op den 4den December daaraanvolgende, onder vreeselijke folteringen aan het koudvuur bezweek Had de assistent-resident werkelijk schuld aan den dood van dien Madurees, hetgeen ik niet zal beoordeelen; welnu hij was met het lijden van dien ongelukkige bekend. Twee dagen voor de aankomst te Sumanap van Zijne Excellentie den Gouverneur-Generaal werd die gemartelde op een draagbaar uit de ge vangenis, welke door Zijne Excellentie moest worden bezocht, naar een ziekenhuisje, hetwelk niet werd bezocht, overgedragen. Toen reeds zag ik hem daar aan de vreeselijkste folteringen ten prooi, den dood als een verlosser verbeiden. Het geheele achterdeel van zijn lichaam was met dragende, zwerende lijnen in den vorm van striemen bedekt; zelfs op den rug had hij een paar afzichtelijke wonden in den vorm van een liggend kruis, terwijl iedere bil wel een palm diep was ingevreten, en de stank, die zijn mishandeld lichaam van zich gaf, ondragelijk was. Volgens latere verklaringen van het bestuur te Sumanap is de man aan koorts gestorvenZeer zeker. Doch aan eene wond- of aan eene rotkoorts Uit naam van het Nëderlandsch-Jndische Gouvernement werd op den 19en November 1379 door den Gouverneur van Celebes, C. C. Tromp, een contract met Laijkang gesloten, hetwelk is goedgekeurd op den 14den October 1880. Artikel 17 van dat contract zegt het volgende „Elke aan die regtspraalc" [van den bestuurder en de grooten] „onderworpen misdadiger wordt gestraft volgens de in Laijkang „bestaande wetten en landsinstellingen, met dien verstande evenwel, „dat martelende of verminkende straffenwaaronder ook de straf van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 360