351 en gaat men na, dat b. v. hier te Batavia een inlandsch huis houden, bestaande uit man, vrouw en drie kinderen, minstens f 30, zegge dertig guldenper maand noodig heeft, om rond te komen, dan moet men zich dikwijls verwonderen, dat eene bevolking, voor wier zedelijke ontwikkeling niets, volstrekt niets gedaan is of wordt ge daan, zich nog zoo goed gedraagt. Ik zeg daarvoor wier zedelijke ontwikkeling niets, volstrekt niets gedaan is of wordt, Wellicht zal men mij tegenwerpen: „Onderwijs." Zeker, onderwijs kon veel nut stichten, wanneer 't niet zóó neutraal was, dat zelfs de eerste beginselen van moraliteit niet wor den onderwezen. Nu lijdt het aan 't zelfde euvel als't onderwijs aan de Europeesche jeugd. Het ontwikkelt, maar meestentijds niet ten goede. De onderwijzer hier in Indië moet in vele gevallen de taak van vader en moeder op zich nemen, en niet alleen onderricht gevern maar ook brave menschen vormen. Hoe weinig wordt daarop gelet. „Honderd kinderen goed op te voeden kost veel minder dan het onheil te herstel len, dat een enkele man teweegbrengt, die, van de voordeelen van opvoeding en onder richt verstoken, de paden der ondeugd volgt," zeide Cavourvolgens De Locomotief van 1 Augustus 1883. Welk kind wordt in Indië goed opgevoed? Wat wordt gedaan in 't belang van de zedelijke ontwikkeling van den Inlander? Men onderwijst, maar tevens maken wij Eu ropeanen de klove tusschen hem en ons al grooter en grooter, door ons al meer en meer af te scheiden en van dag tot dag met meer minachting op hem neer te zien. Die niggers" zeggen de Engelsclien, van 't ras, dat zij door onderwijs pogen te ontwikkelen. Wij volgen hen vrijwel na, adres de dagelijksclie van innigen haat getuigende berichton en uitlatingen in de dagbladen. Gaat het geven van onderwijs niet gepaard met toenadering en verhoogde belangstelling, dan moeten de uitkomsten zich tegen ons keeren. Immers is het in dat geval het middel, waardoor de over- heer8chten tot de wetenschap komen van de wijze, waarop de overheerschers over hen denken; dus tot opwekking van wrok, en de gedachte aan afwerping van 't juk. Toch is de stroom niet tegen te houden. Met de snelheid van gemeenschap en den gestadigen aanvoer van Europeanen en daarmede van Europeesche denkbeelden, omtrent de plichten en rechten van het volk, is 't op den duur onmogelijk te verhin deren, dat dit ook tusschen de keerkringen komt tot een juist begrip van zijn toestand. En dan kan kracht ons onmogelijk voldoende helpen. Vooral niet, en dit wordt dikwijls te veel vergeten, omdat meer dan de helft van hen, die thans bloed en leven voor onze belangen veil hebben (onze soldaten) behooren tot het geminachte ras. De Romeinen handelden anders dan wij. Zij vereenzelfdigden en vermengden zich met de overheerschten. Van daar hun weerstandsvermogen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 362