376 Wij zullen een en ander in de volgende regelen nader aantoonen en daarbij de hulp inroepen van denzelfden geschiedschrijver uit de vorige eeuw, als door Busken Huet aangehaald, van Montes quieu, die ons op korte en duidelijke wijze bekend maakt met la conduite que les Romains tinrent pour soumettre tous les peuplesin zijn beroemd werk: „De la grandeur des Romains et de leur dé- cadancevan welk werk La Harpe in zijn Cours de littérature zegt: „C'est un chef-d'oeuvre de raison et de style." Na eenige voorafgaande beschouwingen, zegt Montesquieu van de Romeinen: „Mais surtout leur maxime constante fut de diviser". Waar ter wereld was eene betere gelegenheid om te verdeelen, om tweedracht te zaaien, dan in het Atjehsche rijk? „Lorsqu'ils voyoient que deux peuples étoient en guerre, ils ne laissoient pas de paroitre sur la scène, et, comme nos chevaliers errants, ils prenoient le parti du plus foible. C'était une ancienne coutume des Romains d'accorder toujours leur secours a quiconque venoit l'implorer. In Atj eh had het tegenovergestelde plaats. Het Nederlandsche Gouvernement, wel verre van zich in de bestaande geschillen te mengen, ageerde zoodanig, dat de partijen de onderlinge veeten op zij stelden en zich aaneensloten tegenover den gemeenschap- pelijken vijand. „Ces coutumes des Romains n'étoieut point quelques faits particuliers arrivés par hasardc'étoient des principes toujours constantset cela se peut voir aisémentcar les maximes dont ils firent usage contre les plus grandes puissances furent précisément celles qu'ils avoient cmployées dans les commencements contre les petites villes qui étoient antour d'eux. Ook onze voorvaderen hielden bij het bewind der O. I. Compagnie standvastig het stelsel vol, door de Ro m ei nen gevolgd en ze voeren er wel bij. Doch het beginsel van divide et impera is thans geheel op zij gezet. Toen de generaal Van der Heijden het weder in toepassing wilde brengen, ontving hij een berisping van den gouverneur-generaal Van Lansberge. Door het beginsel van tweedracht zaaien los te laten, heeft men

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 387