387 De gep. Yice-Admiraal P. A. Van Rees. De gep. Yice-Admiraal Jhr. F. De Casembroot, Adjudant van Uwe Majesteit in Buitengewonen dienst, oud-lid van de Tweede Kamer dor Staten-Generaal. De gep. Luit. "Generaal Jhr. G. M. Verspljck, Adjudant-Generaal van Uwe Majesteit, gewezen tweede commandant der 2e Atjehsche expeditie. De gep. Luit. Generaal K. Van der Heijden, Adjudant van Uwe Majesteit in Buitengewonen dienst, gewezen civiel en militair gouverneur van Atjeh en onderhoorigkeden. Het oud-lid van den Raad van Nederl, Indië Jhr. Mr. W. Yan Rappard, Staatsraad in Buitengewonen dienst. Het oud-lid van den Raad van Nederlandsch Indië Mr. G. G. Yan Harencarspel. Mr. C. "W. Opzoomer, Hoogleeraar aan de Rijks-Universiteit te Utrecht. Dr. C. H. D. Bu.us Ballot, Hoogleeraar aan de Rijks-Universiteit te Utrecht. Mr. J. De Louter, Hoogleeraar aan de Rijks-Universiteit te Utrecht. Dr. Templeman van der Hoeven te Utrecht. De Generaal-Majoor C. M. H. Pel, Adjudant van Uwe Majesteit in Buitengewonen dienst, commandant der 2° divisie Infanterie. De gep. Generaal-Majoor P. G. Booms, oud-minister van Oorlog. De gep. Luit. Kolonel J. J. "W. E. Yerstege, van het Indische leger. De gep. Majoor "VV. A. Yan Rees, van het Indische leger, lid van de Algemeene Rekenkamer. Uwe Majesteit, om de volgende beschouwingen aan Hoogst Deszelfs oordeel te onderwerpen In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van Donderdag- Si Juni is door den Heer Rutgers van Rozenburg ter sprake gebracht het tegenwoordig beleid in Atjeh. Het antwoord van de Regeering doet vreezen, dat binnenkort het door ons in Groot-Atjek bezette gebied zal worden ingekrompen. Beducht dat zoodanige inkrimping zal plaats hebben, die door velen in den lande met den afgevaardigde Rutgers van Rozenburg „een stap van den noodlottigsteri aard wordt geacht, kon het waarde hebben, den toestand in Atjeh en zijne wordingsgeschiedenis in 't bijzonder na te gaan. Yan 1874 tot Juli 1879 zijn wij genoodzaakt geweest ons gebied in Groot-Atjeh uit te breiden. De uiterste posten in het Noorden en Zuiden, Oleh-leh en Djerir, zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 398