389 lot beveiliging van dat gebied had hij daaromheen 36 posten moeten aanleggen (de Oostelijkste in het Noorden, Oostelijk van de Atjehrivier Kota-Radja Bedil, Westelijk Oedjong Plahangan in het Zuiden de Oostelijkste post Longbattah-Missigit, de Westelijkste Gitjiel), die 5 halve bataljons (1) ter bezetting vorderden, terwijl 3 zulke halve bataljons en twee compagnieën mariniers te Kota-Radja, Pakan-Atjeh en Oleh-leh lagen. Verscheidene dier posten had men in zeer drassig, ongezond terrein moeten aanleggen. Tot verzekering van ons gezag was Generaal Pet. verplicht, later weer uit dat beperkt gebied uit te breken, den reeds gemaakten kring nogmaals uit te breiden. Dat waren de tochten van December 1875 tot Maart 1876. Van die 36 posten, door Generaal Pel opgericht, bestaat er geen meer. Eu van die posten, die later in 1876 en 1877 onder de Generaals Pel, Wiggers VAN Kerchem en Diemont in de XXV en XXVI Moekims aan gelegd werden, is er nog slechts een enkele aangehouden, terwijl tegenwoor dig bijna alle posten verder van Kota-Radja verwijderd liggen dan in 1878. Bezetten van het beperkte gebied van Mei 1875, „inkrimping», beteekent thans: teruggaanwijken, verlaten van al wat we tussehen dat tijdstip en Juli 1879 veroverden en sedert bezet hielden. Inkrimpen, teruggaanwijken zal gepaard moeten gaan met de oprichting van nieuwe posten over de kleinere oppervlakte, die men dan wenscht bezet te houden. Waar die posten gelegen moeten zijn, hoeveel er moeten zijn, blijve hier onbesproken; genoeg dat men, bestaande posten verlatende, nieuwe moet oprichten, die weder onderling en met onze hoofdvestiging door goede wegen moeten verbonden worden. Bovendien is sedert Mei 1878 de toestand van Atjeh belangrijk veranderd. Oleh-leh is eene belangrijke plaats geworden, met eene vrij talrijke bevolking. Benoorden Kota-Radja, en daaraan grenzende, heeft zich op den rechter Atjeh-oever Ponajoeng- gevormd een kampong, bestaande uit eene dubbele rij groote woningen voor Chineezen, terwijl op den linkeroever, eveneens aan Kota-Radja grenzende, de kampong Kedah is ontstaan met vele Europeesche en Chineesche winkels. Beoosten Kota-Radja, te Panteh- Perak, is aan den rechter rivieroever het schoone en kostbare groot mi litair Hospitaal verrezen, dat eene zeer groote uitgestrektheid inneemt en reikt tot Kota-Alam, met woningen voor officieren van gezondheid en minder per soneel, met kazernen voor twee compagnieën Infanterie met hare officieren. (1) Die halve bataljons waren ieder 500 man, de tegenwoordige bataljons zijn 563 en 600 man sterk, 26

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 400