393
ralen Staf, de Gewestelijke Militaire Commandant, de Resident van Groot-
Atjehde Commandant van Zr. Ms. oorlogschip Atjehen de Stations
commandant in de wateren van Noordelijk Sumatra deelnamen. In die
conferentie werd van gedachten gewisseld o. a. over de indeeling onzer
troepenmacht en de regeling van den handel op de onderhoorigheden.
Den H«Jen Werd algemeene audiëntie verleend, eerst aan hen, die per
soonlijke belangen hadden voor te dragen, later aan de te Kota-Radja
aanwezige Atjehsche hoofden.
Den 12don bracht Z. E. een bezoek aan het militair hospitaal te Pan-
teh-Peralc.
In den ochtend van den 13don werd een tocht gemaakt over Lambaroe
naar Anagaloeng en terug, en zulks in het belang der oplossing van aan
hangige quaestiën over den aanleg van een stoomtram en eene gewijzigde
troepenindeeling.
Over eerstbedoeld onderwerp had den volgenden dag eene conferentie
plaats.
Den 15den werd met Zr. Ms. transportstoomschip vSoerabaja" een bezoek
gebracht aan de Zuidbaai van Poeloe-Way en het kolenetablissement op
Poeloe-Braster beoordeeling van bestaande plannen omtrent eene veran
dering in de wijze van voorziening in de behoefte aan steenkolen bij de
schepen der Koninklijke Nederlandsche- en der Gouvernementsmarine.
Den 16,len besprak Z. E. de Gouverneur-Generaal met den Gouverneur
en den Militairen Commandant de ten aanzien van Atjeh te volgen ge
dragslijn. Z. E. gaf als Haar voornemen te kennen om, zoolang de tegen
woordige omstandigheden voortduren, noch tot inkrimping van grondgebied,
noch tot vermindering der troepenmacht over te gaan, terwijl Z. E. verder
een krachtig, streng, doch rechtvaardig bestuur voorschreef, dat ontzag
inboezemt, zonder haat en vrees te kweeken. Overigens werd de Mili
taire Commandant gemachtigd, in de voeding van den minderen militair
de door hem, Commandant, gewensclite verbeteringen te brengen.
In den namiddag van denzelfden dag werd aan eenige zich daartoe
aangemeld hebbende Atjehsche hoofden de gelegenheid gegeven, hunne
belangen mondeling voor te dragen.
Den 17dcn bezocht Z. E. eenige kazernes te Kota-Radja en de sociëteit
aldaar, in welk laatste gebouw de ter plaatse aanwezige officieren zich
vcreenigd hadden.
's Namiddags scheepte Z. E. zich weder op de Tamborah" in; 's nachts
van de reede Oleh-leh, vertrokken, kwam Z. E. dén 23sten dezer te Bata
via terug.