- 29
met woorden of met der daedt te
kort doen, die sal aen het leven
gestraft worden.
Art. LXXYI.
Den Capiteijn, die sijne Soldaten
minder geeft dan de betalinge die
de Hoeren Staten hem ordonneren,
sal van sijne wapenen gedegradeert
worden.
en het beheer over 's Lands vivres,
ammunitie en oorlogsmaterialen
hadden.
Die Heeren, dewijl se dickwils
met Jooden, ja selfs met officieren
colludeerden en aan de gemeene
borsten seer sleght commisbroodt
schaften ende voor kleeding te
veel aftrocken, waren seer verhaet.
Het welck ons dien koddigen
Simplicius Simplicessimus in het
2e deel van sijn boeck daer mede
genoegh te verstaen geeft, wanneer
hij niet alleen verhaelt, hoe gruwe-
lijck zoodanige persoenen van de
soldaten werden beschreven, maer
elders ooek vertelt, dat twee solda
ten met malkander querellerende,
de een van den ander veelderhande
onlijdelijcke hoon- en lasterwoorden
hadde verdragen, eghter tenlaetsten
met dese woorden den eenen ge-
provoceert zijnde, dat .-.„zoo
hij beter ivas als een Commissaris
„sou voor den dagh komen", sigh
dezen sonder toeven met sijn degen
hadde op straet begeven, dewijl
dien naem voor suleken grooten
injurie aghte, dat geen grooter in
de Wereldt te vinden was.