402 -
Voor dat kader zelve mag het bezit van een leiddraad als den bedoel
den onontbeerlijk heetenwant het zoeken in den Instructie-inventaris,
in Artillerie-orders en in uitrustingstaten [het eenige middel voor den
officier] is voor den mindere doenlijk noch mogelijk.
Een Handboek, als het in hoofde dezes genoemde, zoude derhalve bij het
Indische Leger met ingenomenheid ontvangen worden. De kosten en moeite
van de uitgave zouden door een vervuldig gebruik rijkelijk worden beloond.
Al staat ook in den titel van het Handboek, dat het voor onderofficieren
en korporaals bestemd is, zoo weet toch ieder Artillerist, dat de officieren
er niet minder nut van trekken.
En zou de moeite van de uitgave zoo bijzonder groot zijn? De ont
werper van het Indische Handboek zou in het Nederlandsche een uit
muntenden voorganger vinden, die, door de vele punten van overeenkomst
van beide materieelen, zijn taak zeer zou vergemakkelijken.
De bewerking van de verschillende hoofdstukken of onderdeelen daarvan
zou kunnen worden opgedragen aan eenige commissies, uit officieren der
batterijen bestaande, onder voortdurend toezicht van- en in voortdurend over
leg met- den commandant der veld- en bergbatterijen op Java. Eene vlugge
afdoening zou hierdoor gepaard gaan met eene immer gewenschte eenheid.
In het eerste deel zouden wij ook wenschen opgenomen te zien eene be
schrijving van het harnachement van paarden en muildieren, omdat wij
een bijzonder voorschrift daarvoor, zooals het Nederlandsehe, missen, en
dit hier meer op zijne plaats is dan in het reglement op de stukrijdersschool.
Ook verdient het o. i. aanbeveling, het te voorzien van iets, wat het
Nederlandsche Handboek niet heeft, te weten: hoofdstuksgewijze van een
voldoend aantal bladen wit papier, waarin de, in den loop van den tijd
door den Chef van het Wapen noodig geachte, bijschrijvingen, onder toe
zicht van de batterij commandanten, kunnen geschieden. Daardoor zou het
boek steeds zijne waarde behouden.
Het eerlang te verschijnen 2dc deel van het Nederlandsehe Handboek
[het lste deel behandelt achtereenvolgens: le Geschut2e Affuiten 3e Voer
tuigen Munitie en andere ernstvuurwerken5° Onderhoud, beheer, op
legging en bewaring van materieel] zal ons waarschijnlijk in de gelegen
heid stellen, nog eens op deze zaak terug te komen.
Ditmaal eindigen wij met den wensch te uiten, dat, met de indienst-
stelling van het nieuwe veld- en berggeschut, de uitgave van een Hand
boek voor de onderofficieren en korporaals der Indische bereden artillerie
moge gepaard gaan of daarop spoedig zal volgen. T. W. W,