405 Het Reglement, hier bedoeld, dateert van den tijd, toen de opleiding van officieren van gezondheid plaats had aan 's Rijks Kweekschool te Utrecht. In het programma van examen voor officier van gezondheid kwam verloskunde niet voor. Zelfs werd de studie daarvan zooveel moge lijk belet en heeft men ons verzekerd was die zelfs verboden. Er was dus niets tegen te zeggen, wanneer officieren van gezondheid te kennen gaven, dat de verloskunde, als niet behoorende tot de studievakken, voor hen niet verplichtend kon gesteld worden en dat, terwijl zij geheel buiten de studie als militair geneeskundige viel, zij bij het verleenen van verloskundige hulp daarvoor betaling vorderden. Maar sedert is daarin verandering gekomen en behoort de verloskunde mede tot de vereischten voor den arts. En nu vragen wij welke billijkheid bestaat er, om ook nu nog betaling te eischen voor het verleenen van verloskundige hulp Kaar ons gevoelen moest die bepaling reeds sedert lang gewijzigd zijn en is het nu althans hoog tijd om dit te doen. De officier van gezondheid kan nu niet meer zeggen; Verloskunde behoort niet tot de studievakken". Dat motief is dus vervallen. Maar er is meer. Het valt toch niet te ontkennen, dat de financieele positie van de officieren van gezondheid in de laatste jaren zeer is verbeterd. Wij behoeven niet in breedvoerige berekeningen te treden, daar de meeste Lezers van dit Tijdschrift die wel zelf kunnen maken. Wij vinden het onbillijk, dat, wat verloskunde aangaat, de officier van gezondheid kan te werk gaan als bestond er geene vrije geneeskundige behandeling. Het behoeft verder geen betoog, dat juist in zulke dagen de extra uitgaven toch reeds vele zijn en het is alleen uit kieschheid, dat wij hier dit punt niet verder willen uitwerken. Wil men het recht van den officier van gezondheid toch handhaven, om voor verloskundige hulp betaling te eischen, laat dan een officieel tarief worden vastgesteld; want, zooals nu rekent men evenveel als inde particuliere praktijk, maar vergeet, dat daar de behandeling gedurende de eerste negen dagen er onder begrepen is en bij officieren die hulp buiten beschouwing moet blijven. Wij zijn echter aan de billijkheid verschuldigd, hierbij mede te deelen, dat ons ook gunstige uitzonderingen bekend zijn. Er zijn ook officieren van gezondheid, die anders handelen en veel minder, soms zelfs geen be- 27

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 416