4ii
„Militaire natie", „aigemeene dienstplicht", enz. zal men, over het
Duitsche officierskorps sprekende, als redenen aanvoeren. Die
argumenten worden echter overdreven. De Duitsche officieren
zouden zich weten te doen achten en eeren in de meest anti-militaire
natie. Indien zij niet buitengewoon ontwikkeld en voor hunne taak
berekend waren; indien zij niet een korps vormden, dat zich op lion-
derde manieren releveert, zouden de officieren ook bij de Duitsche
natie niet zoo hoog zijn aangeschreven. "VVij moeten hierbij opmer
ken, dat we niet zoozeer met de Duitse hers in het algemeen
ingenomen zijn, maar dvveepen met Duitsche militairen en hunne
legerinrichting.
Tot het verkrijgen van een juist denkbeeld over de vorming en
opleiding der Duitsche officieren, verwijzen wij hen, die er belang
in stellen, naar het verslag van den Nederlandschen kapitein
der Artillerie H. J. Krantz, die in 1874, op last van Z. E. den
toenmaligen Minister van Oorlog, naar Berlijn vertrok, om de
Duitsche recruteering der officieren tebestudeeren. Het door dien
kapitein uitgebracht zeer uitvoerig rapport diende echter tot heden
hoofdzakelijk slechts, om zeker te zijn, dat de aanvulling in D ui t scIr
ian d uitstekend is. Ook in het rapport van den Russisch en
kolonel Ivaulbars wordt dit onderwerp vrij volledig behandeld.
Bestudeering daarvan is den officieren niet genoeg aan te bevelen.
In hoofdzaken komt de Duitsche methode op het volgende neer
Het stelsel, waardoor in het Duitsche leger in de behoefte aan
officieren wordt voorzien, zegt de kapitein Krantz, biedt een ken
merkend onderscheid aan met dat, voor zoover mij bekend is, in alle
andere landen bestaande
Met uitzondering namelijk van slechts zeer enkelen (zij, die uit de
hoogste klasse of selecta der cadettenschool voortkomen), kan nie
mand tot officier bevorderd worden, dan nadat hij alvorens eenigen
tijd als gewoon soldaat en als onderofficier in het leger werkelijk
dienst heeft verricht; terwijl nog bovendien zijne benoeming tot offi
cier afhankelijk wordt gesteld van het oordeel, dat door de officiereu
van zijn regiment wordt uitgebracht over zijn karakter, gedrag enz.
Hot stelsel van Engeland en Zweden heeft er de meeste overeenkomst mede.