412
De jongelieden, die in het leger tot den officiersrang worden be
vorderd, kan men onderscheiden in twee categorieën, als
le. zij, die uit de cadettenschool te Berlijn, met de daaraan
verbonden voorbereidende scholen, voortkomen, en
2«, zij, die als vrijwilliger bij het leger in dienst treden, met de hoop
op bevordering tot officier.
De eischenom tot den officiersrang te kunnen worden benoemd,
zijn evenwel voor beide categorieën volkomen dezelfde.
Deze eischen zijn: R door een af te leggen examen waarborgen
te geven van eene ruime ontwikkeling en voldoende kennis in de
meeste van die vakken en wetenschappen, welke op de staatsinrich
tingen van middelbaar onderwijs worden onderwezen
2°. een diensttijd van minstens zes maanden als soldaat en onder
officier bij een der korpsen van het leger, en
3e. moet de caudidaat, na aan de beide voorgaande eischen te
hebben voldaan, op eene der Kriegsschulen met goed gevolg, door
eeu af te leggen examen te staven, den cursus van 10 maanden
hebben bijgewoond.
Alvorens nu evenwel eene werkelijke benoeming te verkrijgen,
moet hij door de officieren van het regiment, waarbij hij zal worden
ingedeeld, waardig geoordeeld worden, om in hun midden te worden
opgenomen
Om uit het burgerlijke leven, met hoop op bevordering tot officier,
bij het leger in te treden, moet de persoon, die zulks verlangt,
zich aanmelden bij den commandant van het regiment zijner keuze.
Deze beslist, zonder opgave van redenenof hij hem al of niet als
zoodanig wil aannemen.
Zoo hij aangenomen wordt, treedt hij onder den naam van Avan-
tageur in dienst.
Hij moet nu gedurende zes maanden (minstens) als soldaat bij
het regiment dienen en zoo hij na dien tijd bewijzen heeft gegeven,
de dienstverrichtingen als soldaat en onderofficier naar behooren te
kunnen vervullen en bovendien in het bezit is van de vereischte
wetenschappelijke kennis, kan hij voor den rang van Portépée-Fahnricj
worden in aanmerking gebracht. Dat de aspirant werkelijk in het
bezit is van do hierbedocldo wetenschappelijke konnis en da,t hij