415 - Het patent kan ook aan hen eerst na eenen diensttijd van b maanden worden uitgereikt. Het regiment, waarbij zij worden ingedeeld, wordt hun evenwel door den keizer aangewezen en hier hebben dus de regimentscom mandanten niet, zooals voor de Avantageursde bevoegdheid 0111 den candidaat af te wijzen. De weg, om tot den officiersrang te geraken, is nu voor de cadets volkomen dezelfde als voor hen, die uit het burgerlijke leven zijn in dienst getreden. Aan de cadettenschool te Berlijn is evenwel eene instelling ver bonden, die aan cadets, uitmuntende door kunde en gedrag, een voorrecht geeft boven de overigen en boven hen, die als Avantageur in dienst traden. Jaarlijks namelijk worden 60 van de hierbedoelde cadets, die het Portépée-Fahnrig-ex.amen hebben afgelegd, tot eene afzonderlijke klasse Selectavereenigd. Aan dezen, die nu de instelling niet ver laten, wordt hetzelfde onderricht in militaire vakken gegeven, dat zij anders eerst later op de Kriegsschulen zouden hebben genoten en, na een voldoend afgelegd examen, worden zij dan in eens dus zonder werkelijken dienst in het leger te hebben verricht en ook zonder de wisselvallige kans te hebben geloopen van gekozen te moeten worden door de officieren van eenig regiment als 2e lui tenant bij het leger aangesteld. Cadets, die het Portépée-Fahnrig'-examen hebben afgelegd, doch wegens hunnen jeugdigen leeftijd, of wel wegens niet genoegzame physieke ontwikkeling, nog niet geschikt geoordeeld worden 0111 de dienstverrichtingen als soldaat in het leger te kunnen vervullen, kunnen evenzoo, als hun gedrag zeer goed is, tot eene afzonderlijke klasse Ober-primaworden vereenigd. Ook zij genieten dan hetzelfde onderricht der Kriegsschulen en leggen vóór het verlaten der cadettenschool het officiersexamen at. Deze klasse evenwel treedt dan met den rang en het patent van Portépée-Fcihnrig bij het leger in dienst. Bij gebleken geschiktheid kunnen zij dan, na verloop van 6 maanden, tot eene benoeming als 2° luitenant worden in aanmerking gebracht. Het stelsel van door de officieren van hun regiment waardig ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 426