31 soo en sal niemandt, hoedanigh hij zij, hem daer tegens mogen stellen of den selven Gevangen ontweldi gen, of ooek pogen te ontweldigen, alles op lijfstraffe. Art. LXXIX. Sal voorts geen officier of adel borst, zoo wel ruijters als knechten, ofte oock eenige sleghte soldaten, in eenigh beslooten leger mogen soetelen, zonder speciaal consent van den Generael, op poene van arbitraire correctie. Art. LXXX. Sullen ook alle soetelaers, in den leger soetelende, onderwor pen zijn de voorz. Articulen, en den krijghsraedt aldaer zijnde, op poene in desen begrepen, sonder des avonds een uur na der sonnen ondergangh of des morgens voor der sonnen opgangh ijemanden te mogen eenigh wijn of bier tappen, op de verbeurte van drie Caroli- guldens. Art. LXXXI Alle andere mesuren ende de licten niet gespecifieeert in deze ordonnantie, sullen gestraft worden volgens de dispositie van de pla- caten, regten en costumen van den oorlogh. „roode Leeuwtjens" op den rugh, waer van zij ook den naem droegen. Soetelen, quasi besoedelen ende besmeeren, omdat dat volckje vuijl ende onsuijver met de eetwaren om ging, werdt bij de Duijtschen „Marcketenten" genoemt, omdat die luijden in hare tenten een marckt aenstelden van bier, wijn, brandewijn, broodt, boter, kaes, tabak, gekoockte spijse en alle vette ware. Per compagnie mochten hoog stens 2 soetelaars zijn, en 3 bij ijeder colonelleeompagnie. is het gaen van sol- Als daer daten bij een zoo genoemde Duij velsbanner of Bedrieger.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 42