dus aannemen, dat hij bij den aanvang zijner carrière liefde voor zijn
vak heeft. Hij wordt overigens gemakkelijker gehoorzaamd, omdat
hij minder met zijne inferieuren in aanraking komt, terwijl hij boven
dien zijn karakter als troepenaanvoerder voor het grootste deel door
studie moet vormen. De groote YonMoltke zegt dienaangaande
in zijne instructie voor de Krijgs-academie Le sentiment de securité
que donne le savoir, la faculté de pouvoir, dans les circonstances
extraordinaires, se tirer d'affaire habilement et promptement, finissent
par mettre, mêtne les caractères faibles, en état de prendre, dans une
conjoncture difficile, une decision precise et de la mettre pratiquement
a execution. Celui qui sent son ignorance Hotte, au contraire, irrésolu
et s'abandonne facilement a la demoralisation.
Dit kan overdreven schijnen aan officieren, die meenen dat we
tenschap geen karakter vormt of daarvoor in de plaats kan treden,
maar het valt niet te loochenen, zooals Yon Riistow zegt, dat de
lessen der wetenschap ons twijfel en besluiteloosheid doen overwinnen.
Men kan dus aannemen, dat de wetenschap de steun van het ka
rakter is.
Het zou intusschen voor het Nederlandsch-Indisch e offi-
cierskorps wensehelijk zijn, geheel uit Nederland te worden aan
gevuld, waartoe men de K. M. Academie, wat aspiranten voor N e-
derlandsch-Indië betreft, zou moeten uitbreiden, meer plaatsen
moeten openstellen en de eischen eenigszins verminderen.
Jaarlijks worden te Breda een aantal jongelieden afgewezen, die
uitstekende elementen vormen, om verder opgeleid te worden. Men kan
alzoo maatregelen nemen, om die jongelieden voor het leger te be
houden. Men kan zeker in Nederland nog candidaten genoeg
vinden en is het dus slechts eene geldquaestie. Zou men nu iu
Nederland, voor betrekkelijk zoo weinig geld, het belang van het
Neder landsch-Indische officierskorps verwaarloozen De Bata
vieren en Hollanders der 17e eeuw zijn dan wel ontzettend verbasterd
en moeten de Noord-Nederlanderssteeds een vrij onafhankelijk volk,
thans les gaan nemen bij hunne naburen, de Zuid-Nederlanderswaar
mannen in het parlement zitten als De Nay er, die in de Kamers
zeide: „Si des credits devaient être demandés aux chambres, il n'y
aurait pas lieu d'hésitercar quand il s'agit de dépenses relatives a