446 op bladzijde 64 voorkomt voor het vuren op een zeer klein doel, wel dat in 100 op diezelfde pagina. En zelfs voor de le klasse achten wij het beter, niet verder met de voorbereidende oefeningen te gaan, dan noodig is voor de ver schillende schietoefeningen in die klasse. Wij eindigen hiermede onze opmerkingen betreffende de schiet oefeningen. Wij hadden ons trouwens voorgenomen, ons slechts te bepalen tot eenige wenken, omtrent die belangrijke oefeningen. Aan het einde van die taak gekomen, maken wij van de gelegen heid gaarne gebruik, hieraan nog toe te voegen eenige opmerkingen omtrent het Voorschrift in het algemeen. Zooals wij boven reeds hebben gezien, wordt het voorkomende in de Inleiding te weinig ter harte genomen. Hoewel wij ons voorstanders achten van gepaste vrijheid, ook wat reglementen aangaat, laat dit reglement o. i. eene te groote vrijheid en leert de ondervinding ons, dat wij, bij eene opleiding als wij toepasten, de tegenwerping moesten hooren: „maar, waar staat, dat zoo gehandeld moet worden? Ik houd mij aan het Voorschrift." Daarom zouden wij dat Voorschrift meer imperatief willen maken. Met den regel, dat er zijneerstbeginnenden, meergevorderden en verstgevorderden, moeten ook de voorbereidende opleidingscursussen verband houden. Als gevolg van onze boven ontwikkelde wijze van opleiding moet ook vervallen het voorkomende op bladzijde 78, omtrent de voorbereidende oefeningen, die zich niet moeten bepalen tot de maanden December en Januari, maar het geheele jaar moeten doorgaan. En dat alle schutters daaraan deelnemen, is o. i. ook af te keuren- Wel hebben wij met succes door de le klasse en scherpschutters de oefeningen doen houden, voorkomende op bladzijde 80, met bet schijfje van 0.1 M. middellijn, en loofden we premiën uit, wanneer de man tot driemalen toe richtte in een cirkel ter grootte van een ééncentstuk. Evenmin kunnen wij vrede hebben met het bepaalde in de laatste alinea van 12, bladz. 87.Deze bepaling doet ons evenals de vorige hierboven besproken denken aan eene zuivere kopie van het Nederlandsche Voorschrift, waar natuurlijk voor dien maatre-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1883 | | pagina 457